Nou, dat ging makkelijker dan ik dacht. Ik ben het nog niet verleerd
![Smile :)](./images/smilies/icon_e_smile.gif)
. Enjoy een van de absolute highlights uit
Het meisje van maandag.
Na het middagmaal nam David Sophie mee naar de boomgaard. Daar zag Sophie een opvallende heuvel, die de Morgentop bleek te heten. David besloot haar er mee naar toe te nemen.
4/4
Het pad dat over de steile flanken van de Morgentop naar boven leidde was gevaarlijk smal. Als David hier met zijn vader liep, hield hij altijd stevig zijn grote warme hand vast, ruw verworden van het boerenbestaan. Nu greep Sophie naar zijn hand en hij strengelde zijn dunne vingers om de hare.
Op de hellingen waren dunne bosschages uitgespreid als groenfluwelen dekens. Enkel kronkelige berkenstammen en lage struiken wisten er houvast te vinden en wrongen hun wortels dieper in de grond tussen het geelachtige gesteente.
Het weggetje, dat wentelend om de piek was geslagen, ging bijna bovenaan over in een natuurlijke trap, die de twee avonturiers naar de top bracht.
De top was, tot Sophies verbazing, met groen gras bedekt. De vader van de vader van Louis Oliver had hier lang geleden de berken omgehakt en er treurwilgen geplant, als versiering voor het graf van zijn vrouw die hij hier te rusten had gelegd. Het graf was bij de generaties die volgden in vergetelheid geraakt; het hout van het kruis dat ooit in de grond stak was vergaan en de herinneringen aan de vrouw van de vader van de vader van Louis Oliver waren allang vervlogen. Maar de wilgen stonden er nog altijd, bedroefd met hun takken in de zwakke wind zwaaiend.
Sophie zag de twee hangmatten, die tussen de bomen in waren gespannen. Na het urenlange spelen op de top zochten David en zijn vader ’s zomers wel eens deze bedden op om er even in uit te rusten en er volgens in in slaap te vallen, aangemoedigd door de zwoele nacht.
Aan de westkant had Louis Oliver een hekje geplaatst, want daar was de helling zo steil dat je recht naar beneden kon vallen als je je evenwicht verloor en voorover van de top tuimelde.
Toen David en Sophie de top betraden schrok een hele colonne witte duiven op, die verborgen in de wilgen sliepen, en vloog vluchtend weg richting de ondergaande zon. Plotseling maakten de bomen een wonderlijk geluid, alsof ze de duiven gedag zeiden. Sophie keek de vogels als betoverd na en staarde daarna met open mond naar de wilgen.
‘Dat zijn de Notenbomen,’ zei David grijnzend. Hij liep naar een van de wilgen, ging op zijn tenen staan en zwaaide een onzichtbaar koord heen en weer. De wilg maakte opnieuw muziek.
Nu zag Sophie de stalen pijpjes, fonkelend in de laatste zonnestralen, aan de koorden bevestigd en die tegen elkaar ketsten wanneer duiven of winden de koorden bewogen. Haar lippen krulde omhoog in een glimlach.
‘Was dat wat je me wilde laten zien?’
David schudde zijn hoofd. ‘Dit wilde ik je laten horen, maar dat…’ en hij wees naar het westen, ‘moet je zien.’
Samen liepen ze naar het hekwerk. Ze kwamen er nog maar net bovenuit, zo hoog waren de houten palen.
‘Gelukkig zijn we nog op tijd,’ zei David.
In de verte begon de zon aan de laatste etappe van haar afdaling. Vuurrood verkleurd liet ze zich naar beneden zakken.
‘Wat is ze mooi hè…’ zei Sophie, zich aan het prachtige tafereel vergapend.
David knikte gapend. De slaap begon met de invallende nacht sterker te worden.
Toen verdween de zon haastig achter de glooiende weilanden in de verste verte.
Vergeten dat er nog een wereld met andere mensen om de Morgentop heen lag, liep David naar een kist die verborgen in een holle boomstam van een van de wilgen stond. Hij haalde er twee wollen dekens uit en gaf er een aan Sophie. Daarna liet hij zich in een van de hangmatten vallen en viel ogenblikkelijk in slaap. Sophie volgde zijn voorbeeld.
Toen de nacht niet veel later gevallen was drong een derde persoon de vredige wereld op de Morgentop binnen. Zoals hij al verwacht had lagen de kinderen waarna hij opzoek was in de hangmatten te slapen. Grinnikend tilde Louis Oliver hen op en droeg elk over een van zijn schouders naar huis.