Bericht
door Robin » 09-08-2010 11:48
Stukje #6:
De stem vervaagde. Er klonk een krakend geluid. Sem keek naar beneden. Hij was op een takje gaan staan.
Het takje lag in de aarde. Het tuincentrum had toch een gewone vloer?
De anderen merkten dat ook op. Ze keken om zich heen. Ze stonden nog steeds tussen de bomen. Maar zodra Tess omhoog keek, zag ze dat het plafond weg was en plaats had gemaakt voor een helderblauwe hemel.
“We zijn in een bos,” zei ze.
“Echt waar?” vroeg Kat, die met zijn kop de deksel van de mand omhoog duwde om te kijken. “Oh, geweldig. Dan is het ons gelukt!”
“Waar moeten we nu heen?” vroeg Merijn, terwijl hij om zich heen keek op zoek naar iets anders dan eindeloze rijen groene naaldbomen.
“Rustig, kerel,” zei Kat. “Ik wil jullie eerst wat leren. Tess, zet me maar neer. Pak gelijk het Boek, wat papier en een paar pennen.”
De leerlingen deden wat de dikke kat hen gezegd had.
“Goed,” zei hun meester, “we kunnen in gevaarlijke situaties terecht komen en ik ga jullie een paar zelfverdedigingstechnieken aanleren.”
Merijn keek schichtig om zich heen, alsof hij verwachtte dat ieder moment een wild beest uit de bosjes kon springen. “Gevaarlijke situaties?” vroeg hij. “Gevaarlijker dan Dysarchos was?”
“Dat zou heel goed kunnen,” antwoordde Kat. “En met Dysarchos hadden jullie nog geluk. Met sigils konden jullie hem niet verslaan. En als die dolk er niet was geweest…”
“Maar die letters op het schaakbord zeiden dat alleen een dolk met ons eigen bloed hem kon verslaan,” protesteerde Tess.
“En voor jullie klopte dat ook,” ging Kat verder. “Jullie zijn nog niet goed genoeg om een demon als Dysarchos — of iets ergers — aan te kunnen. Daarom wil ik jullie een paar nieuwe technieken leren.”
Hij sloop naar het zware Boek en blies. Het sloeg open en bladzijden sloegen om, tot het uitkwam op een pagina met een afbeelding van rechte, verticale lijnen, die bovenaan in krullen uitwaaierden.
“Een windsigil,” zei hij. “Niet per se handig als je in gevecht bent met allerlei narigheid, maar het is wel nuttig voor trainingsdoeleinden, omdat het een simpele sigil is, zowel om te tekenen als om uit te voeren. We kunnen het dus gebruiken om jullie nieuwe technieken aan te leren. Teken het ieder gelijk maar een keer of twintig over.”
De vier leerlingen gingen aan de slag. Nadat ze een pen en stapel papier gepakt hadden, keken ze rond, op zoek naar een harde en vlakke ondergrond.
“Ik weet het al,” zei Merijn plotseling; hij greep Sems brede schouders en hield een vel papier ertegen aan. “Dat zou moeten werken. Laten we in een kring staan, dan kunnen we allemaal de rug van iemand anders gebruiken.”
“Mag ik bij jou…?” vroeg Sem aan Jasmijn.
“Ehm, ja hoor,” zei ze. Ze draaide zich meteen om. De magiërsleerlingen stonden nu zo dat alleen Tess Jasmijn en Sem lichtjes rood zag worden.
“Laten we om dat boek gaan staan,” lachte ze. “Dan kunnen we allemaal die wind-sigil zien.”
De anderen stapten voorzichtig opzij — ze dachten er niet aan om de rij verderop weer op te bouwen. Merijn was in gedachten verzonken, terwijl Sem en Jasmijn hun eigen redenen hadden.
Rondom het Boek der Sigils vormden ze een cirkeltje, zoals de tweeling bedacht had.
~~
Nu heb ik ongeveer 2/3 van wat ik heb geschreven aan dit verhaal op WB gezet.
This silence was much worse than the one before, and this time no-one started clapping.