![Razz :P](./images/smilies/icon_razz.gif)
Stukje #43:
“Ik ben bang dat ik niet echt ben, dat ik minder dapper en charmant ben dan iedereen zegt dat ik ben. Ik ben bang ontmaskert te worden en dan alles te verliezen.”
Jasmijn keek diep in zijn ogen, verbaast en onbegrijpend. “Hoe bedoel je?”
Sem staarde naar het plafond, gefrustreerd. Hij was vond het helemaal niet leuk dat het hem zoveel moeite kostte om zijn angst onder woorden te brengen.
“Alle goede eigenschappen die ik heb, wat als ze niet echt zijn, maar trucjes of misverstanden?” Hij keek naar de palm van zijn linkerhand, waar nog steeds een dikke korst op zat van de de dolk. Dat was ten minste nog het bewijs van zijn dapperheid. Of was dat wel zo? Was Sem niet gewoon roekeloos?
“Doet het nog pijn?” vroeg Jasmijn.
Sem raakte voorzichtig de korst aan met zijn wijsvinger. Daarna pakte hij zijn gewonde hand vast met zijn andere hand. Hij zoog lucht naar binnen door zijn tanden. “Als ik druk wel,” zei hij op neutrale toon.
“Iedereen neemt altijd aan dat het goed gaat met me, en dat mij alles lukt,” zei hij. Hier wilde hij het echt over hebben, hoorde Jasmijn. “Maar dat is niet zo. Als mensen dat al verkeerd hebben, waar zitten ze nog meer fout?”
Jasmijn streelde met haar wijsvinger over Sems arm, omhoog naar zijn gewonde hand. Hij hield hem nog steeds in de lucht.
Ze streelde over zijn korst en trok haar wijsvinger voorzichtig terug.
“Wat wil je dat ik zeg?” vroeg ze.
“Ik wil dat je vertelt wat je voelt — wat jou zo ongelukkig maakte, nadat Het Huis onder de grond was verdwenen.”
“Dat wil je niet weten,” zei Jasmijn duister.
“Jawel,” zei Sem. “Dat wil ik wel. En je zult erover moeten praten, anders kan niemand je helpen.”
“Als ik er wel over praat, kan nog steeds niemand me helpen,” zei ze.
“Dat zeg jij,” zei Sem met een zwakke glimlach. “Alleen geloof ik daar niets van.”
“Goed dan,” zei ze. “Maar alleen als je me stevig vasthoudt.” Ze begroef haar gezicht in zijn schouder.