Geplaatst: 14-10-2010 16:07
3/4
De rups voelde zich een beetje ongemakkelijk, hij wist niet goed wat hij met de situatie aan moest. Zo nu en dan schraapte hij zijn keel, stampte zenuwachtig met een van zijn poten op de grond en at ondertussen door tot het blad op was. Toen begon hij aan een nieuw blad dat toevallig aan kwam waaien.
‘Hoe doet ú dat?’ vroeg het meisje uiteindelijk met opgedroogde tranen op haar wangen.
De rups moest net een boer laten en vroeg tegelijkertijd: ‘Wat?’ zodat er een heel raar geluid uit zijn keel kwam.
Het meisje grinnikte. Glimlachend zei ze: ‘Ik bedoel, hoe vindt u uw weg? Hoe weet u waar u heen moet?’
‘Je zou natuurlijk denken: intuïtie,’ zei de rups, ‘want als je aan insecten denkt, denk je aan intuïtie.’
Het meisje was het daar niet helemaal mee eens, want als zij aan insecten dacht, dacht ze onmiddellijk aan Hendrik Libel en zijn speurtocht naar zijn vrouwtje. Maar ze zei er niets van.
De rups vervolgde: ‘De mieren bijvoorbeeld zijn de hele dag druk in de weer met het verzamelen van voedsel en andere uiterst inspannende werkzaamheden, want dat zegt hun intuïtie.’
‘Denkt u dat?’ vroeg het meisje, die niet helemaal begreep wat ‘intuïtie’ was.
‘Natuurlijk, zonder je intuïtie zou het maar moeilijk zijn om keuzes te maken,’ zei de rups overtuigd. Omdat hij zonder aarzeling zijn verhaal deed, met zijn lage, vriendelijke stem, overtuigde hij Maandag dat hij gelijk had.
‘Meneer Rups, mag ik iets vragen?’ vroeg Maandag toen.
‘Natuurlijk.’ De rups nam nog eens een hap.
‘Wat ís precies intuïtie?’
Het goedgemutste insect schraapte zijn keel, nu omdat hij anders schor werd, en legde uit: ‘Intuïtie, meisje, is een stemmetje in je hoofd dat zegt wat je het beste kunt doen.’
‘O,’ bracht Maandag een beetje verbaasd uit. ‘Maar ik hoor dat stemmetje helemaal niet.’
‘Geen wonder, je bent ook een mens. Alleen dan wat… kleiner.’
‘O,’ zei Maandag weer. ‘Is dat verkeerd?’
‘Dat je een mens bent?’ De rups bekeek Maandag even van top tot teen en concludeerde toen: ‘Nee, jij bent nog een kind. Kinderen horen hun intuïtie wel, dus als je beter luistert zul je haar horen.’
‘Maar waarom kunnen grote mensen haar dan niet horen?’
‘Wellicht kunnen ze het wel, maar over het algemeen willen ze het niet. De meeste verdringen haar als ze zich te oud voelen om nog kind te zijn. Ze denken verstandiger te zijn dan hun intuïtie, door al die gewichtige zaken die ze op school leren. Grote mensen denken via formules: A plus B is C, dus moeten er deze aandelen worden gekocht.’
Maandag was opgelucht dat ze een kind was. Ze kende immers helemaal geen formules.
‘Luistert u naar uw intuïtie?’ vroeg ze vervolgens aan de rups.
Daar moest de rups even over nadenken. Terwijl hij dat deed propte hij het laatste restje van zijn tweede maaltijd in zijn mond.
‘Ja, ik luister wel naar mijn intuïtie. Maar kijk: mijn intuïtie zegt niet zo veel. Eens heeft ze gezegd dat ik mijn gangetje moest gaan en moest doen wat ik wilde doen. En als ik voor lastige keuzes zou komen te staan, dat ze me dan zou helpen.’
‘En is dat gebeurd?’
‘Nee, tot nu toe niet. Ik eet wat, ik wandel wat en ik kijk wel waar ik kom. Kijk meisje, het leven is heel simpel als je het niet moeilijk maakt.’
Daar moest Maandag even over na denken, maar ze besloot algauw dat de rups helemaal gelijk had. En met die wijze raad op zak sprong ze van het blad waarop ze zat en zei: ‘Ik moest maar eens verder gaan, meneer Rups. Het was prettig met u gesproken te hebben.’
‘Wederzijds,’ glimlachte de rups. ‘Een plezierige avond nog en wie weet tot ziens.’
Maandag groette hem voor de laatste keer en wandelde toen dieper het woud in. Toen ze even later nog eenmaal achterom keek zag ze dat de rups inmiddels aan zijn toetje was begonnen, of wie weet was het pas zijn hoofdgerecht.
De rups voelde zich een beetje ongemakkelijk, hij wist niet goed wat hij met de situatie aan moest. Zo nu en dan schraapte hij zijn keel, stampte zenuwachtig met een van zijn poten op de grond en at ondertussen door tot het blad op was. Toen begon hij aan een nieuw blad dat toevallig aan kwam waaien.
‘Hoe doet ú dat?’ vroeg het meisje uiteindelijk met opgedroogde tranen op haar wangen.
De rups moest net een boer laten en vroeg tegelijkertijd: ‘Wat?’ zodat er een heel raar geluid uit zijn keel kwam.
Het meisje grinnikte. Glimlachend zei ze: ‘Ik bedoel, hoe vindt u uw weg? Hoe weet u waar u heen moet?’
‘Je zou natuurlijk denken: intuïtie,’ zei de rups, ‘want als je aan insecten denkt, denk je aan intuïtie.’
Het meisje was het daar niet helemaal mee eens, want als zij aan insecten dacht, dacht ze onmiddellijk aan Hendrik Libel en zijn speurtocht naar zijn vrouwtje. Maar ze zei er niets van.
De rups vervolgde: ‘De mieren bijvoorbeeld zijn de hele dag druk in de weer met het verzamelen van voedsel en andere uiterst inspannende werkzaamheden, want dat zegt hun intuïtie.’
‘Denkt u dat?’ vroeg het meisje, die niet helemaal begreep wat ‘intuïtie’ was.
‘Natuurlijk, zonder je intuïtie zou het maar moeilijk zijn om keuzes te maken,’ zei de rups overtuigd. Omdat hij zonder aarzeling zijn verhaal deed, met zijn lage, vriendelijke stem, overtuigde hij Maandag dat hij gelijk had.
‘Meneer Rups, mag ik iets vragen?’ vroeg Maandag toen.
‘Natuurlijk.’ De rups nam nog eens een hap.
‘Wat ís precies intuïtie?’
Het goedgemutste insect schraapte zijn keel, nu omdat hij anders schor werd, en legde uit: ‘Intuïtie, meisje, is een stemmetje in je hoofd dat zegt wat je het beste kunt doen.’
‘O,’ bracht Maandag een beetje verbaasd uit. ‘Maar ik hoor dat stemmetje helemaal niet.’
‘Geen wonder, je bent ook een mens. Alleen dan wat… kleiner.’
‘O,’ zei Maandag weer. ‘Is dat verkeerd?’
‘Dat je een mens bent?’ De rups bekeek Maandag even van top tot teen en concludeerde toen: ‘Nee, jij bent nog een kind. Kinderen horen hun intuïtie wel, dus als je beter luistert zul je haar horen.’
‘Maar waarom kunnen grote mensen haar dan niet horen?’
‘Wellicht kunnen ze het wel, maar over het algemeen willen ze het niet. De meeste verdringen haar als ze zich te oud voelen om nog kind te zijn. Ze denken verstandiger te zijn dan hun intuïtie, door al die gewichtige zaken die ze op school leren. Grote mensen denken via formules: A plus B is C, dus moeten er deze aandelen worden gekocht.’
Maandag was opgelucht dat ze een kind was. Ze kende immers helemaal geen formules.
‘Luistert u naar uw intuïtie?’ vroeg ze vervolgens aan de rups.
Daar moest de rups even over nadenken. Terwijl hij dat deed propte hij het laatste restje van zijn tweede maaltijd in zijn mond.
‘Ja, ik luister wel naar mijn intuïtie. Maar kijk: mijn intuïtie zegt niet zo veel. Eens heeft ze gezegd dat ik mijn gangetje moest gaan en moest doen wat ik wilde doen. En als ik voor lastige keuzes zou komen te staan, dat ze me dan zou helpen.’
‘En is dat gebeurd?’
‘Nee, tot nu toe niet. Ik eet wat, ik wandel wat en ik kijk wel waar ik kom. Kijk meisje, het leven is heel simpel als je het niet moeilijk maakt.’
Daar moest Maandag even over na denken, maar ze besloot algauw dat de rups helemaal gelijk had. En met die wijze raad op zak sprong ze van het blad waarop ze zat en zei: ‘Ik moest maar eens verder gaan, meneer Rups. Het was prettig met u gesproken te hebben.’
‘Wederzijds,’ glimlachte de rups. ‘Een plezierige avond nog en wie weet tot ziens.’
Maandag groette hem voor de laatste keer en wandelde toen dieper het woud in. Toen ze even later nog eenmaal achterom keek zag ze dat de rups inmiddels aan zijn toetje was begonnen, of wie weet was het pas zijn hoofdgerecht.