Pagina 7 van 21

Geplaatst: 09-08-2010 17:27
door Daniël
- rijen groene naaldbomen. > op zich kan het wel, maar het deed mij meteen denken aan zo'n door mensen aangelegd bos waar alle bomen keurig in rijtjes staan. Dat is hier niet van toepassing neem ik aan?
- “Mag ik bij jou…?” vroeg Sem aan Jasmijn. > haha, ik voel chemie :P

Geplaatst: 27-08-2010 17:20
door Robin
Stukje #7:

Ondertussen sloop Kat rond en keek naar de bomen, proberend te bedenken welke kant hij zijn leerlingen moest leiden.
De bomen wiegden langzaam in de wind.
Hij sloot zijn ogen, hopend dat hij zo iets zou vinden, maar tevergeefs. Hij was hier te lang niet geweest. Loom liet hij zich zakken en sluimerde voor een tijdje.

“Kat!”
Deze schrok wakker en keek op. Sem stond voor hem, met een stapel papier in zijn handen.
“We zijn klaar, we hebben allemaal twintig sigils gemaakt.”
De leraar knipperde met zijn ogen. “Ja, goed. Mooi. Wat wilde ik ook alweer doen?”
Zijn leerlingen stonden geduldig te wachten terwijl hij zich uitrekte, wat rond liep en met zijn rechter voorpootje op zijn kin tikte.
“Och ja, natuurlijk!” riep hij zo plotseling uit, dat Jasmijn een beetje schrok.
“Wij gaan — of liever gezegd: jullie gaan leren hoe je sigils uit je mouw schud. Letterlijk.”
Hij legde verder uit wat ze moesten doen: de voorraad sigils in hun mouw stoppen — “Gelukkig is het geen zomer, het werkt niet met korte mouwen,” grapte hij — om ze eruit te schudden.
“Als je dat snel genoeg doet, en er gelijk de spreuk achteraan zegt, kan je dus een sigil afvuren die je van te voren bereid hebt. Extreem handig in tijdsgevoelige situaties. Trouwens ook als je een kenner in sigils voor je hebt.”
Kat tapte met zijn voorpoot op de grond. “Kom eens hier liggen, Sem. Dan zal ik laten zien hoe je die sigils in je mouw moet stoppen.”
Sem volgde nogmaals de instructies van zijn leermeester op.
“Schuif ze hier zo — ja, op die manier. Tot hier.” Terwijl Kat dat zei, schoof Sem zijn sigils onder zijn shirt tot tegen zijn rechter-bovenarm.
“Wat nu?” vroeg hij, terwijl hij de kat aankeek.
“Nu mag de rest hetzelfde doen,” antwoordde die.
De tweeling en Jasmijn keken elkaar aan, en lieten zich ook op het gras zakken.
“Nee, nee, jullie kunnen blijven staan,” zei Kat geïrriteerd. “Dat liggen was alleen maar zodat ik erbij kon.”

Ze hadden allemaal hun sigils in hun mouw gestopt. Kat liet ze zwaaien met hun armen totdat er een sigil uitvloog.

“Stop maar. Het wordt al donker,” zei Kat. “Het is duidelijk dat jullie nog niet klaar zijn hiervoor, maar dat maakt niet uit. Morgen is er weer een dag.”
“Donker?” vroeg Sem. “Maar zo lang zijn we toch niet bezig?”
Ze keken om zich heen. Het was vreemd stil. Er leek iets niet te kloppen.
“Waar is de wind?” vroeg Tess.
“Stilte voor de storm,” mompelde Kat, en hij keek omhoog. Donkere wolken hadden zich samengepakt. “Natuurlijk. Het is geen schemering, maar bewolking dat het hier zo donker is.”
Gehypnotiseerd keek Kat naar de lucht. Na enkele tellen schudde hij zijn kop en keek zijn leerlingen aan. “We moeten hier weg. Ik was van plan te gaan naar het huisje van een magiër die ik ken en hier in de buurt woont. Maar het is al lang geleden dat ik hier ben geweest, ik weet niet welke kant we op moeten.
“Daar is een huisje,” wees Jasmijn. De anderen volgden haar vinger en keken haar vervolgens verbluft aan.
“Waar zie je dat?” “Ik zie niets.” “Ik ook niet!”
“Interessant…” mijmerde Kat.
“Nou, laten we gaan dan!” opperde Sem monter. “Ik zou wel graag binnen willen zitten voor we het bos uit geblazen worden.”
“Goed,” besloot Kat. “Verzamel wel even alle spullen. En Tess: ik wil weer in de mand.”

Geplaatst: 29-08-2010 13:26
door Melona
- proberend te bedenken welke kant hij zijn leerlingen moest leiden.
> ik mis hier een woord, denk ik :/
"proberend te bedenken naar welke kant hij zijn leerlingen moest leiden" misschien?
maar ik vind het sowieso een beetje een vage zin, als je over iets nadenkt, probeer je het dan te bedenken?

- zijn rechter voorpootje op zijn kin tikte.
> ik moest even heel hard nadenken of een kat dat wel kan :P maar ze likken ook aan hun pootjes, dus het zou wel moeten kunnen :]

- rechter-bovenarm
> spatie ipv streepje?

- Ze hadden allemaal hun sigils in hun mouw gestopt. Kat liet ze zwaaien met hun armen totdat er een sigil uitvloog.

“Stop maar.
> misschien iets van een tijdsbepaling? "Na een tijdje hadden ze allemaal ..." ofzo. ik zou de witregel daar ook weghalen, is niet echt nodig.
ennnn uit vloog moet los, anders gaat het over het uitvliegen van vogels ofzo, dat bedoel je denk ik niet :p

- “Waar zie je dat?” “Ik zie niets.” “Ik ook niet!”
> “Waar zie je dat?”
“Ik zie niets.”
“Ik ook niet!”

leuk, zo'n beetje spanning met dat huisje :] mysterieus~

Geplaatst: 29-08-2010 13:39
door Daria
Ik heb, naar aanleiding van je post in het slowchattopic, alleen je laatste stukje gelezen. En nu word ik nieuwsgierig naar de rest, dus dat ga ik ook gauw lezen.

Geplaatst: 29-08-2010 15:14
door Daniël
Ik begin Kat wel een leuk personage te vinden.

- “Nee, nee, jullie kunnen blijven staan,” zei Kat geïrriteerd. “Dat liggen was alleen maar zodat ik erbij kon.”
- “Goed,” besloot Kat. “Verzamel wel even alle spullen. En Tess: ik wil weer in de mand.”

Die vond ik grappig :P

Geplaatst: 29-08-2010 15:21
door Melona
+1

Geplaatst: 09-10-2010 16:27
door Robin
Het heeft veel te Lang flauw geduurd, maar hier is stukje #8 eindelijk:

Het duurde inderdaad niet lang voor een huis opdoemde tussen de bomen. Het was gemaakt van grote, enigszins onregelmatige stenen. Het gebouwtje was bijna compleet overgroeit door groene klimplanten, waarvan sommige in bloei waren.
“Woont daar iemand?” vroeg Merijn onzeker.
“Als het goed is nog wel,” antwoordde Kat. “Klop maar aan.”
Tess stapte naar voren en klopte drie keer kort op de deur.
Na enkele tellen ging deze piepend een paar centimeter open. Een groot bruin oog met roodbruine adertjes verscheen in de opening.
Het bleef stil.
Geen van de vier durfde wat te zeggen. Toen viel het oog op de mand, waar een breed grijnzende kat in zat. Het oog sperde zo mogelijk nog verder open.

Hoofdstuk 3: bij Alberta
“Kat?” De stem die bij het oog hoorde, klonk als een hoest, of misschien wel als stof dat weggeblazen werd door een zuchtje wind.
“Hallo, Alberta,” zei de dikke kat. “Wil je ons alsjeblieft binnenlaten? Zoals je ongetwijfeld wel weet, komt er een storm aan.”
“Natuurlijk, natuurlijk.”
“Dit zijn trouwens mijn leerlingen,” vervolgde Kat.
“Och, zo,” hoestte Alberta, terwijl ze de deur verder open trok. “Ja, ik wist het niet, natuurlijk; en in deze tijden kun je maar beter voorzichtig zijn.”
“Deze tijden?” vroeg Merijn, maar niemand hoorde hem.
“Ja, ja. Kom maar binnen,” zei Alberta. “Willen jullie thee? — nee, ik heb natuurlijk geen thee. Water? Ik vrees dat ik geen ranja heb, of wat jullie jongelingen tegenwoordig drinken, maar als jullie willen kan ik wel wat honing in water oplossen, natuurlijk alleen —”
“Alberta,” onderbrak Kat haar, “het is heel vriendelijk van je, maar het is niet nodig. Deze ‘jongelingen’ hebben zelf hun eigen drinken meegenomen.”
“Natuurlijk,” mompelde de gastvrouw enigszins ontdaan, “natuurlijk.”

Geplaatst: 09-10-2010 16:41
door Daniël
- Een groot bruin oog met roodbruine adertjes verscheen in de opening > zou ik van maken: Een groot bruin oog waar roodbruine adertjes doorheen liepen verscheen...
- klonk als een hoest, of misschien wel als stof dat weggeblazen werd door een zuchtje wind. > goede beeldspraak!
- Oké, ben benieuwd naar het vervolg.

Geplaatst: 09-10-2010 18:00
door Melona
aw arm vrouwke :')

- was bijna compleet overgroeit
> sowieso moet het met een 'd', maar ik denk ook dat ik begroeid beter vind klinken :o

Geplaatst: 11-10-2010 16:56
door Robin
Hoezo arm vrouwke? Misschien moet ik dat dan veranderen, want aan het eind van het hoofdstuk is dat compleet anders!