Ik heb Alles Vervangen gebruikt, vanaf nu zal je deze fout hopelijk niet meer zien.Daniël schreef:- wat ik je wilt laten > wil
Ik dacht van wel, maar ik kan het zo een twee drie niet vinden. Misschien vergis ik me en denk ik het al eerder opgeschreven te hebben omdat ik vaak over het achtergrondverhaal nadenk en er met Midas over praat.Daniël schreef:- “Dat heb je, als je lid bent van een uitstervende soort. > Oh? Is dat al eerder in het verhaal vermeld?
Over een paar stukjes gaat Kat iemand zoeken die hem weer mens kan maken. Daaromheen krijgen we vooral een hoop Merijn/Vivi-momenten, maar daarna komen we erachter wat "de Erfgename" betekent. Ik weet niet hoe spannend dat allemaal is.Daniël schreef:Ik mis trouwens na Kats flashback aan het begin wel een beetje een spanningsboog tot nu toe. Er is nog niet echt iets heel schokkends gebeurd en voor zover ik me de eerdere stukjes goed kan herinneren geef je ook geen hints voor open plekken en zo. Komt dat nu snel?
---
Stukje #21:
Voor iemand anders iets kon zeggen, kwam Jasmijn binnen. Ze bloosde, en durfde niemand aan te kijken.
“Nu pas hier? Een omweg genomen?” vroeg de burgemeester. “Nieuwe vrienden gemaakt?”
“Regine wilde na de les nog even met haar praten,” zei Vivian brutaal. “Omdat ze zo goed was.”
“Tess, wil je even meekomen?” vroeg Jasmijn smekend.
“Merijn, Vivian, komen jullie met mij mee?” vroeg Sem.
“Goed zo, ga lekker naar buiten,” zei de burgemeester. “Het is nu mooi weer. Perfect om buiten te spelen.”
Vivian rolde met haar ogen en liep met Sem en Merijn mee.
Zodra ze buiten gehoorsafstand waren, vertelde Jasmijn aan Tess wat ze aan de docente had verteld en wat die vervolgens had gezegd.
“… en nu wil ik graag dat je meegaat. Ik weet niet wat ze me wil laten zien, en ik weet niet of ik haar kan vertrouwen. Ik ben bang dat het verkeerd was om haar alles te vertellen.”
“Het gaat over jouw identiteit,” zei Tess. “Je kan zelf bepalen wie je wat vertelt.”
“Maar wat als ze vampiers haten, net als Alberta?” vroeg Jasmijn vertwijfeld.
“Vast niet. Die docente leek me heel tof, die zal vast niet bevooroordeeld zijn.”
“Goed dan. Laten we gewoon naar haar toe gaan. Ik ben toch heel benieuwd wat ze mij wilde laten zien.”
Tess en Jasmijn bleven in de richting van de school lopen. Jasmijn zette haar voeten nu een stuk zelfverzekerder neer dan ze deed voor ze verteld had wat er aan de hand was.
“Wat moet ik nou, Merijn?” vroeg Sem.
“Waarom zou ik weten wat jij moet doen?” vroeg Merijn.
“Jij… jij hebt een zus. Je weet hoe je met ze moet omgaan.”
“Dat slaat nergens op. Ik heb een zus, maar dan weet ik nog niet hoe ze denkt. En zelfs als ik dat wist, zou ik nog niet weten hoe Jasmijn denkt.”
“Jongens, jongens, wat is er aan de hand?” vroeg Vivi. “Problemen met je dame?”
Ze wachtte niet op een antwoord en sloeg haar armen over de schouders van de twee jongens.
Merijn probeerde het tintelende gevoel wat zich langzaam door zijn lichaam verspreidde te negeren.
“Jullie vergeten één ding: jullie hebben een expert tussen jullie staan.”
“Heb jij zoveel ervaring met een relatie met meisjes, dan?” vroeg Sem met een beginnende glimlach.
“Nee, ik ben er zelf een. Ik kan jullie alles vertellen over gevoelsonzin.”
“Echt waar?” vroeg Merijn droog. “Daar lijk je me het type niet voor.”
Vivi prikte Merijn als straf in zijn zij, waardoor hij half wegsprong en tegen haar aanbotste.
Ze zei plagend: “Pas op jij. Ik ga je vriend helpen zijn dame te snappen, maar dan wil ik geen praatjes.”
“Hoor je dat, ik ben ‘je vriend’, zelfs nu ze mij gaat helpen,” mompelde Sem in het Nederlands.
“Geen rare taaltjes spreken. Vertel me eens het verhaal van jou en je vriendin. En ik heb het niet over Merijn.”
Dat leverde haar een pook in haar zij op.
En dus vertelde Sem het hele verhaal.