Het meisje van maandag

Post hier je langere verhalen, zie regels voor criteria (wat is lang?)
Plaats reactie
Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 01-08-2010 19:07

Hè hè, eindelijk een nieuw stuk. Hoofdstuk 3 is bijna af. Hier het eerste stukje. Enjoy!

Afbeelding

(Ja, ik weet het: dat is Rupsje Nooitgenoeg... :roll:)

HOOFDSTUK 3
DE RUPS DIE ZIJN GANGETJE GING

De Lelie dobberde op het heldere water van een brede rivier. De dappere schipper, die eigenlijk wel een beetje bang was, bediende ononderbroken het grootste zeil. Achter haar lag de wijde oceaan, die rood kleurde in het laatste licht van de zon.
Links en rechts wuifde hoog riet aan de schemerige oevers. De schipper was een beetje bang terwijl ze moederziel alleen de desolate rivier bedwong. Ze had immers geen enkel idee van wat er achter die met riet omgrensde oevers lag en wie daar woonden en of ze aardig zouden zijn of juist niet.
Geschrokken merkte ze opeens dat er water over het dek van de Lelie stroomde. Het vaartuig dat ze zo solide achtte was bezig te zinken!
Als door een reflex bewogen liet ze de grootschoot los en verstopte zich in de bloem zelf waar ze de meeste kans had haar voeten droog te houden.
Het zeil klapperde als een gek. Het schip was nu volledig onbestuurbaar en de wind had vrij spel. Die nam nog eens een diepe teug en blies alle twee z’n longen leeg. De Lelie dreef af naar stuurboord en belandde in het hoge woud van blanke rietpalmen.
Pas nu drongen er geluiden van het onbekende land door tot de gespannen schipper, die zich gedwongen zag haar schip vaarwel te moeten zeggen. Het muzikale getjilp van krekels vulde haar oorschelpen. Ergens kwaakte een kikker, dat moest wel zo’n grote groene blaaskaak zijn. In de lucht zongen zwaluwen hun laatste lied voor ze indommelden, ergens in een hoge boom.
De aandacht van de schipper voor dit concert was compleet verdwenen toen De Lelie met een schok aan de grond vastliep. De laatste palmen riet belemmerden haar zicht nog. Ze twijfelde even of ze, half verscholen in de bloem, de nacht moest doorbrengen of dat ze nu meteen op expeditie het vreemde land in moest gaan.
Na enig aarzelen besloot ze toch de vergane glorie van haar schip te laten voor wat het was en op onderzoek uit te gaan. Ze trok haar muiltjes uit en schortte haar zijden jurkje wat op zodat het niet nat zou worden. Vervolgens sprong ze van het dek, belandde tot haar knieën in het water maar behield haar evenwicht. Zacht zand kroop tussen haar tenen en kronkelende algen kietelden haar knieën. Voorzichtig waadde ze door de oever naar de kant.
Eenmaal daar aangekomen trok ze haar muiltjes weer aan en keek naar wat er voor haar lag: een reusachtig wild woud vol exotische planten en struiken die allemaal door elkaar groeiden. Prachtige bloemen aan dikke stelen streden met elkaar om wie de schoonste was. Al met al was het een bonte verzameling aan kleuren. De grond was bedekt met een dunne deken van fris gras. Hier en daar schoot een varen uit deze deken, sommige hadden hun bladeren opgerold voor de nacht.
Ook de planten die niet het voorrecht hadden een dergelijke schoonheid als een bloem te mogen dragen voerden een wedstrijd met elkaar: namelijk wie het hoogst kon groeien van hen allemaal. Het zag er naar uit dat een van de bamboeplanten die competitie ging winnen.
Overdonderd door dit ongebruikelijke aangezicht, na urenlang enkel de vlakte van een oceaan te hebben gezien, maakte het meisje van Maandag met ingehouden adem een wandeling door het park in het onbekende land.
Eigenlijk was het geen park. Een park behoorde netjes en ordelijk te zijn. Daar was het gras gemaaid en de heggen gesnoeid. Elke boom groeide niet zomaar ergens, daar was van te voren al over nagedacht. Waar de schipper zonder schip nu doorheen liep was geen park maar een wild woud, chaotisch maar daarom niet minder mooi.
In een park had men echter alle reden om zich op zijn gemak te voelen, want er waren altijd veel mensen in de buurt en de sfeer was er gezellig. Maar in een woud kon je nooit weten wat of wie je tegen kwam en gezellig was het er al helemaal niet, eerder griezelig.
Meisje Maandag was bang, ze huiverde even bij het idee dat ze zomaar opeens voor een… voor een… tja, voor wat eigenlijk kon komen te staan? Het idee dat ze niet eens wist waar ze bang voor moest zijn maakte haar alleen maar angstiger.
Stel dat ik nu eens een… een… dacht het meisje met het zweet op haar voorhoofd, een of andere griezel tegenkom, zoals…
‘Een rups?’ riep ze verbaasd uit.
Half verscholen achter een groot blad zag het meisje duidelijk het onderlijf van een grote dikke rups.
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Melona
Admin
Admin
Berichten: 2311
Lid geworden op: 15-11-2009 22:38

Bericht door Melona » 01-08-2010 20:10

Spannend~

-De dappere schipper, die eigenlijk wel een beetje bang was, bediende ononderbroken het grootste zeil. Achter haar lag de wijde oceaan, die rood kleurde in het laatste licht van de zon.
Links en rechts wuifde hoog riet aan de schemerige oevers. De schipper was een beetje bang
> hmm :?
- Ze had immers geen enkel idee van wat er achter die met riet omgrensde oevers lag en wie daar woonden en of ze aardig zouden zijn of juist niet.
> hmm :?
- die zich gedwongen zag haar schip vaarwel te moeten zeggen
> hmm :?
- Ze twijfelde even of ze, half verscholen in de bloem, de nacht moest doorbrengen
> misschien de komma's weghalen? of de nacht er moest doorbrengen. als je het stuk tússen de komma's weghaalt is het namelijk geen mooie zin meer, wat het wel zou moeten zijn.
- Meisje Maandag
> nieuwe benaming in plaats van het meisje van Maandag?
I became insane, with long intervals of horrible sanity.

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 01-08-2010 21:20

-De dappere schipper, die eigenlijk wel een beetje bang was, bediende ononderbroken het grootste zeil. Achter haar lag de wijde oceaan, die rood kleurde in het laatste licht van de zon.
Links en rechts wuifde hoog riet aan de schemerige oevers. De schipper was een beetje bang
> hmm :?
Agree, eentje schrappen.
- Ze had immers geen enkel idee van wat er achter die met riet omgrensde oevers lag en wie daar woonden en of ze aardig zouden zijn of juist niet.
> hmm :?
Zo dan: Ze had immers geen enkel idee van wat er achter die met riet omgrensde oevers lag, wie daar woonden en of ze aardig zouden zijn of juist niet. ?
- die zich gedwongen zag haar schip vaarwel te moeten zeggen
> hmm :?
Haat aan tautologie/pleonasme/whatevershit :P
> misschien de komma's weghalen? of de nacht er moest doorbrengen. als je het stuk tússen de komma's weghaalt is het namelijk geen mooie zin meer, wat het wel zou moeten zijn
Ja komma's weg dan.
- Meisje Maandag
> nieuwe benaming in plaats van het meisje van Maandag?
Eh ja, nog een alternatief. Dus niet in plaats van. De 'Maandag' in deze benaming slaat op haar naam. Niet goed?
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 01-08-2010 22:08

GRAAG OOK REACTIES VAN LEDEN DIE HET NIET BIJ HET BEGIN GEVOLGD HEBBEN. Alsjeblieft... :P? Ik kan me voorstellen dat als je dit niet gevolgd hebt je geen zin hebt om alles tot nu toe te gaan lezen, maar je kunt er nu ook wel instappen:

Korte synopsis: In hoofdstuk 1 vaart het meisje van Maandag in een waterlelie over de oceaan. Ze ontmoet een libel, Hendrik, die in een storm zijn vrouwtje is kwijtgeraakt. Hendrik vraagt hoe zij heet. Zij herinnert zich niets, alleen het woord 'maandag'. Dus stelt ze zich voor als Maandag, afkomstig uit Maandag. Ze is verdwaald en wil naar huis.
Hoofdstuk 2: om het hoofdstuk wissel ik van hoofdpersonages. In dit hoofdstuk staan de kinderen David en Sophie centraal. Sophie verhuist met haar ouders naar een leegstaande boerderij naast die van David. Sophie komt uit de grote stad. David stelt voor een spel te gaan spelen. Ze moeten het bos in rennen en elkaar dan terug vinden. Sophie weet David echter niet te vinden en rent naar het huis van David om zijn vader te waarschuwen. Deze gaat het bos in om David te vinden (die gestruikeld was en buiten bewustzijn was geraakt). Hij vind hem. Bij David thuis maken de moeders van David en Sophie ruzie om wiens schuld dit is. Maar als de vader van David met David binnenkomt is de toestand gesust.
Nu hoofdstuk 3 dus.
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Robin
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 2438
Lid geworden op: 17-03-2010 22:46

Bericht door Robin » 02-08-2010 00:29

Ben ik weer, zomergasten ging over Maarten 't Hart. :P

“De dappere schipper, die eigenlijk wel een beetje bang was”: nee... vertellen dat zij bang is... ik vind het niets. Je kan laten zien dat ze bang is, dat is wel interessant, vooral als je vertellend-gesproken (slaat dat ergens op?) nog steeds volhoudt dat ze dapper is.
“moederziel alleen de desolate rivier bedwong”: je zit telkens nét op het randje van “vergezocht taalgebruik”
“Het vaartuig dat ze zo solide achtte was bezig te zinken!”: als je dat eerder vertelt, is het verrassender voor de lezer. Nu komt het onwaarschijnlijk over, rommelig.
“Als door een reflex bewogen”: overbodig, “In een reflex” of iets dergelijks zegt eigenlijk hetzelfde, zonder dat de hersenen van de lezers een extra kronkel hoeven te maken.
”liet ze de grootschoot los en verstopte zich in de bloem zelf waar ze de meeste kans had haar voeten droog te houden. ”: ik had geen idee waar je het over hebt --- het is een hele tijd geleden dat we Maandag gezien hebben, nu is het verwarrend: we denken dat er nóg een personage wordt geïntroduceerd, helemaal omdat je ons laat denken dat het om een schip (of op z'n minst een bootje) gaat.
“die zich gedwongen zag haar schip vaarwel te moeten zeggen”: je draaft weer door.
“Na enig aarzelen besloot ze toch de vergane glorie van haar schip te laten voor wat het was”: het gaat maar door :cry:
“Ze trok haar muiltjes uit en schortte haar zijden jurkje wat op zodat het niet nat zou worden.”: deze zin vind ik mooin in zijn eenvoud: deze zegt tenminste waar het op staat.
“Ook de planten die niet het voorrecht hadden een dergelijke schoonheid als een bloem te mogen dragen voerden een wedstrijd met elkaar: namelijk wie het hoogst kon groeien van hen allemaal.” *zenuwtrekje*
“maakte het meisje van Maandag”: oh... dus dat was de schipper...
“Eigenlijk was het geen park. Een park behoorde netjes en ordelijk te zijn. Daar was het gras gemaaid en de heggen gesnoeid. Elke boom groeide niet zomaar ergens, daar was van te voren al over nagedacht.”: niet per se: hangt ervan af of het een Romantische of Verlichtingspark is.
“Het idee dat ze niet eens wist waar ze bang voor moest zijn maakte haar alleen maar angstiger.” ... en maakt de lezer ongeïnteresseerd.
“‘Een rups?’ riep ze verbaasd uit.”: omdat je die daar nooit ziet. XD

Over het algemeen: neigt gevaarlijk naar paarse proza.
This silence was much worse than the one before, and this time no-one started clapping.

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 02-08-2010 17:23

“De dappere schipper, die eigenlijk wel een beetje bang was”: nee... vertellen dat zij bang is... ik vind het niets. Je kan laten zien dat ze bang is, dat is wel interessant, vooral als je vertellend-gesproken (slaat dat ergens op?) nog steeds volhoudt dat ze dapper is.

Zoals Lotte al opmerkte staat dit dubbel kort achter elkaar in de tekst. Deze moest dus sowieso al weg, maar de vermelding dat ze dapper is moet ook weg. Ze vind zichzelf heel dapper, of ze houdt zich voor dat ze dapper is. That's the difference.
“moederziel alleen de desolate rivier bedwong”: je zit telkens nét op het randje van “vergezocht taalgebruik”

Was: helemaal in haar eentje de verlaten rivier bedwong, niet vergezocht geweest? Of ligt het aan: een rivier bedwingen? In dat geval begrijp ik je niet, want dat is toch normale tekst? Zoals al eerder gezegd, Maandag vindt zich heel stoer (maar ik merk nu dat dat niet goed uit de tekst blijkt). Ik hou van bijzonder taalgebruik, zo vergezocht vond ik dit eigenlijk niet. Desolaat is een ietwat netter alternatief voor verlaten, maar kan toch wel?
“Het vaartuig dat ze zo solide achtte was bezig te zinken!”: als je dat eerder vertelt, is het verrassender voor de lezer. Nu komt het onwaarschijnlijk over, rommelig.
Huh? Als je dat eerder vertelt is het toch juist geen verrassing? Het lijkt me nogal logisch dat een lelie op de oceaan uiteindelijk 'zinkt' om maar in die termen te blijven - aangezien Maandag de bloem als een boot ziet.
Maar ik ben het wel met je eens over die laatste opmerking. Ik moet het laten doorschemeren. Dus ik denk dat ik Maandag al in het vorige hoofdstuk laat denken of het schip het wel houdt. Bedoel je dat ongeveer?
“Als door een reflex bewogen”: overbodig, “In een reflex” of iets dergelijks zegt eigenlijk hetzelfde, zonder dat de hersenen van de lezers een extra kronkel hoeven te maken.
Agree.
”liet ze de grootschoot los en verstopte zich in de bloem zelf waar ze de meeste kans had haar voeten droog te houden. ”: ik had geen idee waar je het over hebt --- het is een hele tijd geleden dat we Maandag gezien hebben, nu is het verwarrend: we denken dat er nóg een personage wordt geïntroduceerd, helemaal omdat je ons laat denken dat het om een schip (of op z'n minst een bootje) gaat.
Bedoel je dat het lang geleden is dat je iets uit dit verhaal hebt gelezen of dat er veel pagina's zijn verstreken sinds het eerste hoofdstuk? In dat laatste geval is het alleen je verbeelding: hoofdstuk 2 dat ertussen zit bevat slechts zeven pagina's. Ik denk dat je geheugen je in de steek laat (niet verwonderlijk na een aantal maanden). In hoofdstuk 1 is de bloem meerdere malen als 'De Lelie' genoemd en Maandag als 'kapitein'. Hier zie ik dat ik haar 'schipper' heb genoemd. Misschien moet ik dat veranderen in kapitein voor betere herkenning. Maar dat je niet wist waar het over ging ligt echt aan het tijdsbestek tussen nu en de keer dat je hoofdstuk 1 hebt gelezen.
“die zich gedwongen zag haar schip vaarwel te moeten zeggen”: je draaft weer door.
“Na enig aarzelen besloot ze toch de vergane glorie van haar schip te laten voor wat het was”: het gaat maar door :(
Agree agree, te langdradig, te veel herhaling. Maar vind je de beschrijvingen van de omgeving ook storend? Want ik hou wel van een aanloopje voor een dialoog in de vorm van een natuurbeschrijving...
“Ze trok haar muiltjes uit en schortte haar zijden jurkje wat op zodat het niet nat zou worden.”: deze zin vind ik mooin in zijn eenvoud: deze zegt tenminste waar het op staat.
Thanks. Moet een hele opluchting zijn na het vorige stuk :P
“Ook de planten die niet het voorrecht hadden een dergelijke schoonheid als een bloem te mogen dragen voerden een wedstrijd met elkaar: namelijk wie het hoogst kon groeien van hen allemaal.” *zenuwtrekje*

Storende beschrijving? Dit schrijf ik vanuit de beleving van Maandag. Zoals het meeste van de tekst. Zij vind bloemen mooi, zij denkt dat de planten een wedstrijd houden. Vond ik eigenlijk wel een originele manier om te beschrijven dat de planten heel hoog zijn gegroeid, of is het te vergezocht?
“maakte het meisje van Maandag”: oh... dus dat was de schipper...
Had je echt geen idee of overdrijf je? Hoofdstuk 1 sluit toch af dat Hendrik en Maandag land zien in de verte. Maandag vaart op een boot in de vorm van een bloem, die hebben zij en Hendrik De Lelie genoemd, etc etc. Het komt echt door de tijd die voorbij is gegaan en niet door de tussenliggende tekst van hoofdstuk 2.
“Eigenlijk was het geen park. Een park behoorde netjes en ordelijk te zijn. Daar was het gras gemaaid en de heggen gesnoeid. Elke boom groeide niet zomaar ergens, daar was van te voren al over nagedacht.”: niet per se: hangt ervan af of het een Romantische of Verlichtingspark is.
Daar denk jij dan weer aan :P 99 procent van de rest zal aan een modern park denken dat inderdaad onderhouden wordt.
“Het idee dat ze niet eens wist waar ze bang voor moest zijn maakte haar alleen maar angstiger.” ... en maakt de lezer ongeïnteresseerd.
Dat is toch niet vergezocht of iets dergelijks? Dat is gewoon een gegeven. Ze wordt banger omdat ze niet weet waar ze bang voor moet zijn. Of vind je de formulering vreemd?
“‘Een rups?’ riep ze verbaasd uit.”: omdat je die daar nooit ziet. XD
Hoezo? Ze komt aan in een land dat ze niet kent, hoe moet ze dan weten dat daar rupsen wonen?

Het eerste stukje zal ik herschrijven. Daar zitten inderdaad wat vergezochte formuleringen tussen. Maar ik was het met sommige punten niet helemaal met je eens...
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 02-08-2010 17:35

Maar in een aparte post gepropt, tweede stukje: de dialoog met de rups:

Half verscholen achter een groot blad zag het meisje duidelijk het onderlijf van een grote dikke rups.
‘Zei er iemand rups?’ vroeg de rups, die het blad liet zakken zodat z’n bolle toet te voorschijn kwam.
‘Ja… ik,’ zei het meisje aarzelend.
‘Ook goedenavond,’ groette de rups, terwijl hij nog een hap uit het blad nam, ‘kan ik je soms ergens mee helpen?’
Maandag besloot maar meteen te zeggen waar het op stond: ‘Ik ben verdwaald, meneer Rups. Kunt u mij misschien zeggen of dit Maandag is?’
‘Je bedoelt in de zin van: dit land heet Amerika?’
‘O, dus dit is Amerika…’ mompelde Maandag, die de rups niet helemaal begreep.
‘Nee, nee,’ zei de rups snel. ‘Dit is Amerika noch Maandag.’
‘In dat geval ben ik hier verkeerd,’ concludeerde het meisje, en ze wilde alweer afscheid nemen van de rups om verder te varen.
‘Ho ho, waar gaat dat opeens heen?’ vroeg de rups verbaasd.
‘Naar mijn schip,’ antwoordde het meisje, ‘ik heb een – . Ik hád een schip…’
‘Wat is ermee gebeurd?’ De rups was oprecht geïnteresseerd.
‘Hij begon ineens te zinken,’ legde Maandag uit. ‘Waarschijnlijk is het materiaal niet sterk genoeg voor de woeste zeeën die ik bedwing.’
‘Dan kun je ook niet weg,’ zei de rups, die op zijn plaats was blijven staan en nog een paar happen van zijn groene maaltijd had genomen.
Het meisje liep terug naar de veelvraat, aangezien ze bij de oever toch niets te zoeken had. De moed zonk haar in de schoenen. Ze wist niets, niet wie ze was, niet waar hier was of waar daar was, ze wist niet eens zeker of ze wel naar Maandag op zoek was. Waarom bestond ze? Ze had er immers niet eens om gevraagd. Vaag herinnerde ze zich momenten van ‘vroeger’, al wist ze niet wanneer ‘vroeger’ was. In die momenten had ze het warm, aangenaam warm, en bevond ze zich in een knusse omgeving; het was er stil maar niet doodsstil, eerder vredig stil. Waar was dat en waarom was ze dáár niet meer?
‘Een blaadje voor je gedachten,’ zei de rups plots, haar uit haar diepe overpeinzingen halend.
‘Ik hou niet van blaadjes,’ zei het meisje. Eigenlijk had ze helemaal geen honger.
Lusteloos liep ze naar de stengel van een paardenbloem die in de buurt stond en ging op een van de bladeren zitten, haar hoofd in haar handen verbergend.
De rups wist zich niet goed een houding te geven. Hij schraapte zo af en toe zijn keel, stampte zenuwachtig met een van zijn poten op de grond en at ondertussen door tot het blad op was. Toen begon hij aan een nieuw blad dat toevallig aan kwam waaien.
‘Hoe doet ú dat?’ vroeg het meisje uiteindelijk met opgedroogde tranen op haar wangen.
De rups moest net een boer laten en vroeg tegelijkertijd: ‘Wat?’ zodat er een heel raar geluid uit zijn keel kwam.
Het meisje grinnikte. Glimlachend zei ze: ‘Ik bedoel, hoe vind u uw weg? Hoe weet u waar u heen moet?’
‘Je zou natuurlijk denken: intuïtie, want als je aan insecten denkt, denk je aan intuïtie.’
Het meisje was het daar niet helemaal mee eens, want als zij aan insecten dacht, dacht ze onmiddellijk aan Hendrik Libel en zijn speurtocht naar zijn vrouwtje. Maar ze zei er niets van.
De rups vervolgde: ‘De mieren bijvoorbeeld zijn de hele dag druk in de weer met het verzamelen van voedsel en andere uiterst inspannende werkzaamheden, want dat zegt hun intuïtie.’
‘Denkt u dat?’ vroeg het meisje, die niet helemaal begreep wat ‘intuïtie’ was.
‘Natuurlijk, zonder je intuïtie zou het maar moeilijk zijn om keuzes te maken,’ zei de rups overtuigd. Omdat hij zonder aarzeling zijn verhaal deed, met zijn lage, vriendelijke stem, overtuigde hij Maandag dat hij gelijk had.
‘Meneer, mag ik iets vragen?’ vroeg Maandag toen.
‘Natuurlijk.’ (De rups nam nog eens een hap.)
‘Wat is precies intuïtie?’
De goedgemutste veelvraat schraapte zijn keel, nu omdat hij anders schor werd, en legde uit: ‘Intuïtie, meisje, is een stemmetje in je hoofd dat zegt wat je het beste kunt doen.’
‘O,’ bracht Maandag een beetje verbaasd uit. ‘Maar ik hoor dat stemmetje helemaal niet.’
‘Geen wonder, je bent ook een mens.’
‘O,’ zei Maandag weer. ‘Is dat verkeerd?’
De rups bekeek Maandag even van top tot teen en concludeerde toen: ‘Nee, jij bent nog een kind. Kinderen horen hun intuïtie wel, dus als je beter luistert zul je haar horen.’
‘Maar waarom kunnen grote mensen haar dan niet horen?’
‘Wellicht kunnen ze het wel, maar over het algemeen willen ze het niet. Ze hebben haar verdrongen, omdat ze verstandiger denken te zijn dan hun intuïtie. Grote mensen denken via formules: A + B = C dus moeten er deze aandelen worden gekocht.’
Maandag was opgelucht dat ze een kind was. Ze kende immers helemaal geen formules.
‘Luistert u naar uw intuïtie?’ vroeg ze vervolgens aan de rups.
Daar moest de rups even over nadenken. Terwijl hij dat deed propte hij het laatste restje van zijn tweede maaltijd in zijn mond.
‘Ja, ik luister wel naar mijn intuïtie. Maar kijk: mijn intuïtie zegt niet zo veel. Eens heeft ze gezegd dat ik mijn gangetje moest gaan en moest doen wat ik wilde doen. En als ik voor lastige keuzes zou komen te staan, dat ze me dan zou helpen.’
‘En is dat gebeurd?’
‘Nee, tot nu toe niet. Ik eet wat, ik wandel wat en ik kijk wel waar ik kom. Kijk meisje, het leven is heel simpel als je het niet moeilijk maakt.’
Daar moest Maandag even over na denken, maar ze besloot algauw dat de rups helemaal gelijk had. En met die wijze raad op zak sprong ze van het blad waarop ze zat en zei: ‘Ik moest maar eens verder gaan, meneer Rups. Het was prettig met u gesproken te hebben.’
‘En wederzijds,’ glimlachte de rups. ‘Een plezierige avond nog en wie weet tot ziens.’
Maandag groette hem voor de laatste keer en wandelde toen dieper het woud in. Toen ze even later nog eenmaal achterom keek zag ze dat de rups inmiddels aan zijn toetje was begonnen, of wie weet was het pas zijn hoofdgerecht.
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Melona
Admin
Admin
Berichten: 2311
Lid geworden op: 15-11-2009 22:38

Bericht door Melona » 02-08-2010 17:40

Ik snapte wel meteen dat de schipper het meisje van Maandag was :x gewoon onthouden denk ik. Maar misschien toch makkelijk als je meteen in het begin van het hoofdstuk al zegt over wie het gaat, omdat je anders in de war kan raken door de afwisseling.
I became insane, with long intervals of horrible sanity.

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 02-08-2010 17:42

Oké ja dat is inderdaad wel zo duidelijk.
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Robin
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 2438
Lid geworden op: 17-03-2010 22:46

Bericht door Robin » 02-08-2010 18:31

Daniël schreef:Was: helemaal in haar eentje de verlaten rivier bedwong, niet vergezocht geweest? Of ligt het aan: een rivier bedwingen? In dat geval begrijp ik je niet, want dat is toch normale tekst? Zoals al eerder gezegd, Maandag vindt zich heel stoer (maar ik merk nu dat dat niet goed uit de tekst blijkt). Ik hou van bijzonder taalgebruik, zo vergezocht vond ik dit eigenlijk niet. Desolaat is een ietwat netter alternatief voor verlaten, maar kan toch wel?
Het is vooral zo dat elke keer dat je kan kiezen om een veel-gebruikt woord te gebruiken of een ongebruikelijk, “duur” woord, je consequent voor de laatste kiest. Dat leest niet zo fijn.
Daniël schreef:Ik moet het laten doorschemeren. Dus ik denk dat ik Maandag al in het vorige hoofdstuk laat denken of het schip het wel houdt. Bedoel je dat ongeveer?
Zoiets, ja.
Daniël schreef:Maar dat je niet wist waar het over ging ligt echt aan het tijdsbestek tussen nu en de keer dat je hoofdstuk 1 hebt gelezen.
Dat is waar, ja.
Daniël schreef:Maar vind je de beschrijvingen van de omgeving ook storend? Want ik hou wel van een aanloopje voor een dialoog in de vorm van een natuurbeschrijving...
Nee, zolang je er maar rekening mee houdt dat mensen het ook nog moeten lezen. :P (Daar had ik enkele jaren geleden ook grote moeite mee :roll:)
Daniël schreef:Storende beschrijving? Dit schrijf ik vanuit de beleving van Maandag. Zoals het meeste van de tekst. Zij vind bloemen mooi, zij denkt dat de planten een wedstrijd houden. Vond ik eigenlijk wel een originele manier om te beschrijven dat de planten heel hoog zijn gegroeid, of is het te vergezocht?
Het idee op zich heb ik geen problemen mee, het is de uitvoering. Volgens mij wordt dit stukje veel mooier als je dat in simpele, alledaagse woorden beschrijft. De manier waarop je het hier doet is een van de grootste bronnen van paarse proza in het hele stuk.
Daniël schreef:
“maakte het meisje van Maandag”: oh... dus dat was de schipper...
Had je echt geen idee of overdrijf je? Hoofdstuk 1 sluit toch af dat Hendrik en Maandag land zien in de verte. Maandag vaart op een boot in de vorm van een bloem, die hebben zij en Hendrik De Lelie genoemd, etc etc. Het komt echt door de tijd die voorbij is gegaan en niet door de tussenliggende tekst van hoofdstuk 2.
Ja, het was de tijd.
Daniël schreef:
“Het idee dat ze niet eens wist waar ze bang voor moest zijn maakte haar alleen maar angstiger.” ... en maakt de lezer ongeïnteresseerd.
Dat is toch niet vergezocht of iets dergelijks? Dat is gewoon een gegeven. Ze wordt banger omdat ze niet weet waar ze bang voor moet zijn. Of vind je de formulering vreemd?
Zij wordt bang, maar wij weten niet waar ze bang voor is. Zo blijft het heel ver weg en abstract, wat lezers meestal niet boeit.
Daniël schreef:
“‘Een rups?’ riep ze verbaasd uit.”: omdat je die daar nooit ziet. XD
Hoezo? Ze komt aan in een land dat ze niet kent, hoe moet ze dan weten dat daar rupsen wonen?
Ze kent rupsen, ze weet waar die doorgaans verblijven, toch? Ook al is het een land dat ze niet kent, een rups is een rups.
Daniël schreef:Maar ik was het met sommige punten niet helemaal met je eens...
Natuurlijk. En zo hoort het ook. :P

Commentaar op dialoog volgt.
This silence was much worse than the one before, and this time no-one started clapping.

Plaats reactie