Het meisje van maandag

Post hier je langere verhalen, zie regels voor criteria (wat is lang?)
Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 24-04-2010 23:51

Iemand comments :roll: ?
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Robin
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 2438
Lid geworden op: 17-03-2010 22:46

Bericht door Robin » 25-04-2010 09:27

  • “weer langer werden klom zij elke dag” -> “weer langer werden, klom zij elke dag”
  • “De snijdende wind echter rolde”: ik weet niet of “echter” hier nodig is: de tegenstelling is niet zo sterk.
  • “Weer en wind hadden gaten gemaakt in het rieten dak, de ruiten zaten onder het stof en een enkele was zelfs gebroken door een stel kwajongens, de dakgoot lekte en in de donkere schuur sliepen uilen en vleermuizen hun roes uit.”: hier zou ik een punt tussenplempen. Tussen “kwajongens” en “de dakgoot” past het wel goed.
  • “Louis Oliver”: hij heeft dezelfde achternaam als David. Waarom noemt hij hem niet gewoon Louis?
  • “Het was dan ook een zeer lastige opgave om deze twee bezigheden constant tegelijk uit te oefenen.”: OK, hier overdrijf je dat formele weer. :P
  • “daar voor hem stond”: punt.
  • “‘Ik ben David Oliver, Langeweg 1, Sunnyfield, Florida – dat ligt in de Joe Es Ee.’”: awww...
  • “Hij bleek ook al ‘Parks’ te heten.” XD
  • “moest zijn of niet maar zei toch” -> “moest zijn of niet, maar zei toch”[/list:u]
This silence was much worse than the one before, and this time no-one started clapping.

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 25-04-2010 09:54

“Louis Oliver”: hij heeft dezelfde achternaam als David. Waarom noemt hij hem niet gewoon Louis?
Dit wordt meer vanuit het perspectief van de alwetende verteller verteld.
“‘Ik ben David Oliver, Langeweg 1, Sunnyfield, Florida – dat ligt in de Joe Es Ee.’”: awww...
En wat bedoel je daarmee :P?
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Robin
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 2438
Lid geworden op: 17-03-2010 22:46

Bericht door Robin » 25-04-2010 09:57

Daniël schreef:Dit wordt meer vanuit het perspectief van de alwetende verteller verteld.
Mmja. Maar die “alwetende verteller” richt zich de rest van het stukje alleen maar op David, we krijgen alleen maar zijn blik op de wereld te zien in de rest van het stukje.
Daniël schreef:En wat bedoel je daarmee :P?
Schattig dat hij zijn verhaaltje doet, niet wetend dat “Sunnyfield, Florida, USA” overbodige informatie is.
This silence was much worse than the one before, and this time no-one started clapping.

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 25-04-2010 10:08

Mmja. Maar die “alwetende verteller” richt zich de rest van het stukje alleen maar op David, we krijgen alleen maar zijn blik op de wereld te zien in de rest van het stukje.
Ja, daar heb je wel ongeveer gelijk in. Daar moet ik eens kritisch naar gaan kijken.
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Melona
Admin
Admin
Berichten: 2311
Lid geworden op: 15-11-2009 22:38

Bericht door Melona » 26-04-2010 22:22

Kapstok! :D

- toen zijn vader de ballon juist had opgeblazen
> ik vind 'opgeblazen' een beetje een vreemd woord bij een heliumballon, misschien is 'gevuld' beter? of anders 'opgeblazen met helium'
I became insane, with long intervals of horrible sanity.

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 12-05-2010 18:13

Meer uit 'Het meisje van Maandag' vanavond vóór 21:00 uur.
Voor wie wil zet ik de rest van het hoofdstuk online.

Edit: Het is nu af, post binnen 5 minuten.

Edit2: Oh, ik moet eten.
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 12-05-2010 20:00

Meneer en Mevrouw Parks maakten voorzichtig aanstalten om hun nieuwe onderkomen van de binnenkant te gaan bekijken. Er was immers de mogelijkheid dat ‘het mee zou vallen’ zoals David Mevrouw Parks hoorde mompelen.
‘Kom je ook mee, Sophie?’ riep haar moeder over haar schouder, haar linkerhand naar achter uitgestrekt, de andere verstrengeld in die van Meneer Parks – wiens schoenen, ondanks zijn gehuppel over de modderige oprijlaan, inmiddels aardig bevuild waren geraakt.
Sophie, die achtergebleven was bij David, wierp nogmaals een blik op de boerderij en schudde toen haar hoofd van ‘nee’.
Mevrouw Parks haalde onverschillig haar schouders op en mompelde dat ze dan maar zichzelf moest vermaken.
Soms denken Grote Mensen dat ze in hun mompelpraat naar lieve lust over de kinders kunnen praten, maar de kinders horen alles. Ze ruiken het haast wanneer er over hen wordt geroddeld, maar weten het ook wanneer Grote Mensen over Grote Mensen Zaken praten zoals Politiek – wat ongetwijfeld iets met politie te maken had en dus gerust aan de Grote Mensen overgelaten kon worden. De Grote Mensen waren immers in staat boeven te pakken en bommen onschadelijk te maken. Dat konden kinderen niet. Die moesten zich maar bezig houden met hun eenvoudige spelletjes of hun huiswerk.
‘Is hier ook iets te doen?’ vroeg Sophie opeens. ‘Kermis of zo…?’
David, die zich nog aan het verbazen was over de wonderlijke Meneer en Mevrouw Parks, schrok op en moest zich even twee keer bedenken wat het meisje tegenover hem nou gezegd had. Toen drongen haar woorden (een hele reeks als je het vergeleek met wat ze tot nu toe zacht uitgebracht had) tot hem door.
‘We hebben wel Kerstmis,’ zei David aarzelend. ‘Maar dat is niet echt leuk. En Kermit, weet je wel, de Kikker van televisie. Hebben we ook.’
‘Nee, ik bedoel niet Kermit de Kikker, oliebol.’ Ze bedoelde het niet onaardig, maar desondanks kwam het wel wat scherp over. ‘Ik bedoel kermis, ker-mis. Met zweefmolens en draaiorgels en ijscomannen en gokautomaten en soms botsautootjes en schommels en –’
‘Schommels?’ onderbrak David haar in haar opsomming van wat er allemaal op een kermis te vinden was. ‘We hebben wel een schommel. En een wip.’
‘Waar?’ vroeg Sophie onmiddellijk.
‘Kom maar mee.’
David stapte snel en handig over de plassen op de oprijlaan in zijn donkerblauwe regenlaarzen. Sophies leren laarsjes bleken geen regenlaarzen te zijn en ze mochten ‘absoluut niet bevuild raken’. Daarom had ze wat meer tijd nodig om David te volgen over en langs de plassen en modder.
Halverwege de weg naar de boerderij van Davids ouders hield David even stil om op Sophie te wachten. Ze waren inmiddels het gruispad opgegaan dat naar de asfaltweg beneden leidde.
Zo beleefd mogelijk, nog zoekend naar de juiste woorden zei hij: ‘Toch lastig als je niet zo snel bent.’
‘Oh ik ben heel snel,’ viel het meisje op de dure laarsjes spits tegen hem uit. ‘Maar niet als het heeft geregend.’
Dat vond David raar, maar hij ging er niet verder op in.
De twee kinderen liepen nu naast elkaar en kwamen al snel op de smalle weg van asfalt uit, maximum snelheid: 30 miles per hour. In het midden liep een gele doorgetrokken streep. David mocht nooit over die streep, het betekende de grens van zijn wereldje. Eén keer in de paar uur kwam er een auto voorbij sukkelen, meestal bewoners van Sunnyfield, enkele mijlen naar het westen gelegen, die op weg waren naar Farwater voor de tandarts of de specialere huishoudproducten die niet in het dorp verkrijgbaar waren. Vreemdelingen zag je zelden op Langeweg. Die meden liever de regionale weggetjes en bleven veilig op de zesbaans snelweg, Route 95, verderop, meestal driftig op het gaspedaal rammend richting Washington in het noorden. De weg liep in een grote bocht om de voet van de heuvel waarop de twee boerderijen, van Davids en Sophies ouders, stonden. Ze gingen nu noordwaarts, langs de nog kale akkertjes, de lege weilanden en de treurige moestuin.
‘Waar kom je eigenlijk vandaan?’ vroeg David op een gegeven moment.
‘Washington,’ zei het meisje.
‘De Grote Stad?’
Sophie knikte.
‘Is Washington groter dan Farwater?’ vroeg David, omdat hij zich dat altijd afgevraagd had. Farwater, waar hij zo nu en dan met zijn ouders kwam om een bezoek te brengen aan de huis- en tandarts, was al gigantisch vergeleken met Sunnyfield. Kon Washington nog groter zijn?
Maar Sophie zei: ‘Hoe moet ik dat nou weten? Ik ben toch nog nooit in Farwater geweest.’
Davids nieuwsgierige blik ebde weg.
Sophie zag het en zei om hem een plezier te doen: ‘Maar Washington is vast en zeker groter. Het is niet voor niets Dé Grote Stad.' Zonder ook maar een auto te hebben gezien bereikten ze het gruispad aan de andere kant van de heuvel en beklommen het tot ze op het erf van de boerderij van Davids ouders aangekomen waren.
In tegenstelling tot de nieuwe aanwinst van Meneer en Mevrouw Parks was deze boerderij in uitstekende staat, altijd goed onderhouden en vrij van allerlei ongedierte. Achter het huis bevond zich een kleine tuin met wat rozenstruikjes, hortensia’s en lage taxushaagjes die in groter formaat altijd in doolhoven werden geplant. Helemaal achterin de tuin was Davids kermis opgezet: een groengeschilderde wip met blauwe zitjes en stalen handvaten, en daarachter één schommel, waarvan de touwen met stevige knopen vastgemaakt waren aan een uitstekende tak van de fiere eik die zich daar over de tuin ontfermde.
‘Nou?’ vroeg David. ‘Wat vind je ervan?’
‘Matig,’ zei Sophie, haar armen over elkaar geslagen en haar voorhoofd gefronst. ‘Er is niet eens een zweefmolen.’
‘Maar wel een wip.’
‘Wat is er nou leuk aan een wip?’ riep ze uit. ‘Een beetje op en neer, meer niet.’
David keek haar bedenkelijk aan. Toen zei hij kalm: ‘Ik weet niet wat jij doet als je op een wip zit, maar zo hoort het in elk geval niet.’
‘Oh, en hoe dan wel wijsneus?’
‘Kijk, ik zal het voor doen,’ zei David, en hij liep naar een van de uiteindes van de wip en ging er op zitten. Het andere zitje schoot de lucht in.
‘Nou moet de ander daarop gaan zitten.’ Hij wees naar de overkant van het speeltoestel. ‘Dan vlieg ik als het goed is een beetje omhoog, en als we dan precies in het midden uitkomen zodat we allebei in de lucht hangen en niemand naar de grond zakt – wat zeer onwaarschijnlijk is…’
Sophie had inmiddels plaats genomen op het andere zitje, toch wel nieuwsgierig gemaakt door Davids vreemde uitleg van het Gebruik van de Wip. Ze deed haar rok goed, die iets minder strak zat dan die van Mevrouw Parks; zonder het te merken daalde haar uiteinde van de wip en kwam David van de drassige ondergrond omhoog. Precies in balans bleven ze stilhangen.
Pas toen kreeg het nieuwe meisje door dat er precies gebeurt was wat David zeer onwaarschijnlijk had geacht.
‘Nou? Wat gebeurt er dan?’ vroeg ze zacht.
David zweeg, keek haar even betoverd aan, maar bleef zwijgen. Pas na een hele lange tijd zei hij: ‘Dan hebben we een probleem want dan kunnen we niet meer naar beneden.’
Sophie had daar echter al iets op bedacht. Heel voorzichtig zette ze haar voeten op het zitje en, terwijl ze zich nog met één hand aan het handvat vasthield, ging ze staan. Toen ging de arm aan haar kant van de wip omlaag en schoot David verder de lucht in.
Op het moment dat haar zitje de grond bereikte, sprong ze er parmantig van af en denderde David ook omlaag. Hij stond op en wreef pijnlijk over zijn kont, die een noodlanding had moeten maken door de onvoorzichtige copiloot aan de overkant.

----------------------
De rest van het hoofdstuk weggehaald omdat anders niemand gemotiveerd is het te lezen :P
De titel van dit hoofdstuk heb ik overigens veranderd in: Het meisje uit De Grote Stad.
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 13-05-2010 22:22

Iemand nog op- of aanmerkingen? :roll:
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Robin
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 2438
Lid geworden op: 17-03-2010 22:46

Bericht door Robin » 13-05-2010 23:10

Sorry, het is een beetje lang. :P
  • “‘het mee zou vallen’ zoals David” → “‘het mee zou vallen’, zoals David”
  • “wiens schoenen, ondanks zijn gehuppel over de modderige oprijlaan, inmiddels aardig bevuild waren geraakt”: “ondanks”? “Dankzij” toch eerder? :P
  • “kinders”: meh. “Kinders” vind ik niet zo mooi klinken, zeker hier niet.
  • “Ze ruiken het haast wanneer er over hen wordt geroddeld”: geroddeld? Grote mensen? Over kinderen?
  • “Grote Mensen Zaken”: “Mensen” is zelfstandig naamwoord, dus vast aan “Zaken”, “Grote” heeft betrekking op “Mensen” en niet op “Zaken”, dus → “Grote-Mensen-Zaken” oid.
  • “wat ongetwijfeld iets met politie te maken had”: leuk, leuk, al zou ik “ongetwijfeld” wel in “waarschijnlijk” veranderen. Dit is juist iets waar de kinderen niets van afweten, toch?
  • “Kermis”, “Kerstmis”, “Kermit”: ze waren toch Amerikaans? In het Engels gaan de woordgrappen namelijk niet op (respectievelijk “Carnival” of “Funfair”, “Christmas” en “Kermit”)
  • “mochten ‘absoluut niet bevuild raken’”: dat zegt ze zelf?
  • “‘Oh ik ben heel snel,’” → “‘Oh, ik ben heel snel,’”
  • “spits”: ik denk niet dat je dat bedoelt. “Spits” betekent “scherp” (in de letterlijke betekenis van het woord) of “scherpzinnig”. Dus als je iets van “scherp” bedoelt...
  • “zijn wereldje”: een verkleinwoord hier lijkt me denigrerend voor kinderen, terwijl dit juist (ongeveer) vanuit het perspectief van een kind wordt verteld. → “zijn wereld” of zelfs → “de wereld” zou beter passen.
  • “Eén keer”: ik zou hier zeggen → “eens”, dat klinkt wat minder precies.
  • “Ik ben toch nog nooit in Farwater geweest.”: dat weet hij toch niet? (of wel? :roll:) Anders: → “Ik ben toch nog in Farwater geweest.”
  • “‘Oh, en hoe dan wel wijsneus?’” → “‘Oh, en hoe dan wel, wijsneus?’”
  • “zei David, en hij”: :finger:
  • “er op” → “erop”? (Ik weet het niet zeker...)
  • “Nou moet de ander daarop gaan zitten.” → “Nu moet jij daarop gaan zitten.” (Minder formeel.)
  • “een beetje omhoog, en als we”: Daniël! :finger:
  • “een probleem want dan” → “een probleem, want dan”?
  • “Dan hebben we een probleem want dan kunnen we niet meer naar beneden.” ORLY? :P
  • “Toen ging de arm aan haar kant van de wip omlaag en schoot David verder de lucht in.”: ehm, wat? Ze moet toch eerst naar achteren gaan?
  • “David ook omlaag”: niet “ook”, toch? Zij was er “parmantig afgesprongen”, niet “omlaag gedenderd?”
  • “pijnlijk”: hm, nee. Een verwonding kan pijnlijk zijn. Een moment. Maar je kan niet pijnlijk over je kont wrijven. → “gepijnigd” kan hier geloof ik wel.[/list:u]
This silence was much worse than the one before, and this time no-one started clapping.

Plaats reactie