In het Land van Slaap en Waken: Boek I

Post hier je langere verhalen, zie regels voor criteria (wat is lang?)
Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 11-09-2012 22:10

Inderdaad, ga je eens nuttig maken :P
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 13-09-2012 16:42

‘Heer,’ zei Seiko, zichzelf aankondigend, ‘u had naar mij gevraagd?’
Zonder naar hem op te kijken, zei de opperbevelhebber kortaf: ‘Ga zitten.’
‘Dank u, maar ik blijf liever staan, heer,’ mompelde Seiko. De bevroren grond voelde zo koud aan, dat hij, ondanks zijn pijnlijke voeten, de voorkeur gaf aan blijven staan.
‘Zitten!’ snauwde de opperbevelhebber echter.
Dus nam hij tussen de andere heren plaats en zweeg.
‘Heb je enig idee hoe ik in de Noordlanden genoemd wordt, Shiroman?’ vroeg hij.
Voor Seiko antwoordde, aarzelde hij even, maar zei toen toch: ‘Ze noemen u Norgan de Onbevreesde.’
‘Dat is juist,’ zei heer Norgan. ‘Maar ik mag dan onbevreesd zijn, dwaas ben ik niet.’
‘Zo heeft niemand u ooit genoemd, heer.’
Heer Norgan snoof. ‘Hou me niet voor de gek, knaap. Ik weet het wanneer mijn mannen ontevreden zijn. Je kunt hun onvrede op een mijl afstand ruiken.’
Seiko wist niet wat te zeggen, dus zweeg hij.
‘Maar de Shiromaní…’ vervolgde de opperbevelhebber, ‘jullie klagen nooit. Als jullie geacht worden je bek te houden, dan doen jullie dat. Als jullie geacht worden te werken, dan werken jullie je het graf in. En als jullie geacht worden belasting te betalen, dan betalen jullie alles tot de laatste cent.’ Heer Norgan lachte. Een harde, bulderende lach, waarbij zijn brede schouders heftig op en neer bewogen. ‘Als ik het voor het kiezen had, zou ik deze hele armetierige troep inruilen voor een Shiromaní-leger.’
‘De trouw van de Shiromaní is niet te koop,’ zei Seiko.
‘Helaas, helaas, en al was het zo dan had ik nog niet genoeg goud om een dozijn van jullie op te trommelen.’ Toen zweeg hij, verzonken in donkere gedachten en dilemma’s en in herinneringen aan vriendelijkere oorden. De andere bevelhebbers maakten geen aanstalten het woord over te nemen.
‘Arnaud vindt dat we de onderneming moeten afblazen,’ zei hij plots.
Arnaud was Norgans jongste broer. Als om te bevestigen wat heer Norgan zei, knikte hij kort.
In omvang deed hij niet veel voor de heer van Berenhold onder. Zijn bruine baard was lichter van kleur en in zijn ogen was niet de vermoeidheid te lezen, die Norgan uitstraalde. Nu hij voor het beraad zijn helm had afgedaan, was te zien hoe de ontembare krullen op zijn hoofd alle kanten op staken. Misschien dat Norgan ooit ook zoveel haar had gehad, maar toen was Seiko nog lang niet geboren. Nu restte de heer van Berenhold nog slechts een dun laagje haar bij zijn slapen, waar het grijs haast doorheen stak, maar bovenop was hij zo kaal als de oude koning.
‘Wat wilt u van mij weten, heer?’ vroeg Seiko, die de reden van zijn aanwezigheid bij dit beraad nog altijd niet begreep.
‘Het is algemeen bekend,’ begon heer Norgan ernstig, ‘dat de Shiromaní aan het begin van de Tweede Era vanuit het oosten onze landen zijn binnen getrokken. De eerste nederzettingen der Shiromaní werden hier gesticht, in de verlatenheid van Ilinoriën.’
‘In de streken waar nu het Herfstwoud ligt,’ vulde Arnaud aan.
‘Exact,’ zei de opperbevelhebber. ‘Welnu, mijn vraag is: hebben de Shiromaní de meest oostelijke streken van dit land destijds in kaart gebracht en is die kennis tegenwoordig nog bekend?’
‘Als dat zo was, heer,’ begon Seiko, ‘dan had ik u daarvan al lang op de hoogte gebracht.’
Norgans raadsheren slaakten een zucht van teleurstelling.
‘Dat dacht ik al,’ zei de opperbevelhebber. ‘Maar ik moest het zeker weten.’
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Robin
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 2438
Lid geworden op: 17-03-2010 22:46

Bericht door Robin » 15-09-2012 10:49

"‘Heer,’ zei Seiko, zichzelf aankondigend, ‘u had naar mij gevraagd?’": was het niet -> "‘Heer,’ zei Seiko, zichzelf aankondigend. ‘U had naar mij gevraagd?’"?
"‘Zitten!’" -> "‘Zit!’" of "‘Ga zitten!’", volgens mij betekent "Zitten!" op zichzelf niets.
"vervolgde de opperbevelhebber, ‘jullie klagen nooit" -> "vervolgde de opperbevelhebber. ‘Jullie klagen nooit"
"in zijn ogen was niet de vermoeidheid te lezen, die Norgan uitstraalde": die komma lijkt me raar staan. Ik kan het niet goed plaatsen, maar nu lijkt het net alsof "die" naar iets anders wijst dan "de vermoeidheid".

Interessant stukje. Het lijkt me dat dit dingen opzet voor later in het verhaal, maar ik zie nog niet wat.
This silence was much worse than the one before, and this time no-one started clapping.

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 16-09-2012 23:30

Robin schreef:"‘Heer,’ zei Seiko, zichzelf aankondigend, ‘u had naar mij gevraagd?’": was het niet -> "‘Heer,’ zei Seiko, zichzelf aankondigend. ‘U had naar mij gevraagd?’"?
In principe mag het allebei denk ik, maar ik prefereer hoe ik het in de tekst heb neergezet. Kijk, het werkt zo:

'Morgen,' begon de leraar, 'zullen we gaan toveren.'
dus ook
'Morgen,' zei de leraar, 'zullen we gaan toveren.'
en dus ook
'Jantje,' zei de leraar, 'morgen zullen we gaan toveren'. (Want zonder het interval 'zei de leraar' is het citaat één zin: 'Jantje, morgen zullen we gaan toveren.')

'Morgen zullen we gaan toveren,' zei de leraar. 'Dat is een interessante bezigheid.'
(In dit geval bestaat het citaat uit twee zinnen dus sluit je na 'leraar' af met een punt in plaats van een komma en begin je de nieuwe zin van het citaat met een hoofdletter.)

Je zou in het geval van Seiko die zichzelf aankondigt ook jouw suggestie kunnen gebruiken, want als hij 'Heer' zegt valt er een korte stilte in de groep raadgevers (want hij kondigt zichzelf aan) en zou je kunnen zeggen dat dat dus het einde van de zin is.

Afijn, genoeg hierover :P
Robin schreef:"‘Zitten!’" -> "‘Zit!’" of "‘Ga zitten!’", volgens mij betekent "Zitten!" op zichzelf niets.
Muah, dat ben ik niet met je eens. Als je zegt 'Zit!' dan heb je het tegen een hond en 'Ga zitten,' heeft de bevelhebber al gezegd. 'Zitten!' is nog eens een verscherping van de gebiedende wijs.
In de context van een cipier die een gevangene uit zijn cel wil halen, kan de cipier toch ook 'Lopen!' zeggen? Als hij zegt 'Loop!' of 'Ga lopen!' dan vind ik dat een beetje raar.
Robin schreef:"vervolgde de opperbevelhebber, ‘jullie klagen nooit" -> "vervolgde de opperbevelhebber. ‘Jullie klagen nooit"
Ja, hier heb je gelijk want ik sluit de vorige zin van het citaat al af met een beletselteken.
Robin schreef:"in zijn ogen was niet de vermoeidheid te lezen, die Norgan uitstraalde": die komma lijkt me raar staan. Ik kan het niet goed plaatsen, maar nu lijkt het net alsof "die" naar iets anders wijst dan "de vermoeidheid".
OK
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 18-09-2012 23:53

De raadsheren maakten dankbaar gebruik van de stilte die heer Norgan liet vallen. De spanning in de kring, die Seiko met zijn verlossende antwoord doorbroken had, maakte plaats voor rumoer, want de raadsheren praatten allemaal door elkaar heen. Ze begonnen heer Norgan te bestoken met talloze argumenten, zowel voor als tegen het afbreken van de expeditie. Het was te donker, zei de een. Te koud, zei de ander, onnatuurlijk koud. Weer een ander wijdde dat aan de grillen van de natuur of simpelweg aan de noorderbreedte.
Alleen Arnaud hield zijn mond. Hij had zijn mening al openbaar gemaakt en vond het blijkbaar niet nodig die tot vervelens toe te herhalen. Heer Norgan hoorde alles aan, al leek hij niet echt geïnteresseerd.
Eerst twijfelde Seiko of hij niet op moest staan om het beraad te verlaten. Hij had Norgans vragen immers beantwoord, zijn aanwezigheid zou niet langer nodig zijn. Maar een of andere vreemdsoortige moed, waarvan hij eerder niet wist dat hij die bezat, beving hem plots en hij schraapte luidruchtig zijn keel.
De raadsheren zwegen verbaasd en Norgan slikte juist het stuk kaas door, waar hij al minutenlang op zat te kauwen.
‘Heer, neemt u mij niet kwalijk,’ zei Seiko, ‘maar… Waarom al die moeite nemen om de rivier over te steken, als u nog twijfelt de expeditie voort te zetten. Ik denk dat uw besluit al lang vaststaat.’
Heer Norgan lachte weer, nog harder dan eerst. ‘Die knaap kent mij verdomme beter dan jullie allemaal bij elkaar!’ Zijn bulderlach stierf pas enkele seconden later weg. Uiteindelijk zei hij ernstig: ‘Maar het is waar. We gaan verder. We zijn te ver gekomen om met lege handen huiswaarts te keren.’
‘En de waarschuwing van die grijsaard dan?’ bracht Arnaud hem in herinnering. Seiko zag dat hij bezorgd was.
De opperbevelhebber snoof. ‘Die vent was maar alleen. Wij zijn met bijna honderd man. Wat er ook in het oosten op ons wacht, ik zal weten wie onze landen onveilig maakt en onze mensen ontvoerd. Anders heette ik niet Norgan de Onbevreesde.’ En toen brulde hij zo hard dat de rest van zijn krijgsmacht het ook kon horen: ‘We gaan!’
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Robin
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 2438
Lid geworden op: 17-03-2010 22:46

Bericht door Robin » 21-09-2012 16:58

Geweldig hoe je de hoogmoed van Norgan de Onbevreesde laat zien. Ik verwacht dat er ook een enorme val gaat komen?

Verder niets op aan te merken.
This silence was much worse than the one before, and this time no-one started clapping.

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 21-09-2012 17:47

Robin schreef:Geweldig hoe je de hoogmoed van Norgan de Onbevreesde laat zien. Ik verwacht dat er ook een enorme val gaat komen?
Dat lijkt me onvermijdelijk ;)...


Hun mars door de uitgestrekte, maar voornamelijk lege landen van Ilinoriën duurde hierna nog zes afgrijselijke dagen. De eindeloze nacht werd, naarmate ze verder naar het oosten trokken, alleen maar donkerder. Er waren geen sterren, er was geen maan. Het firmament was zo zwart als inkt. De enige lichten die er branden waren de vlammen van hun toortsen en in deze woestenij van donkerte leken ze net zo fragiel als de glinsteringen van de zon op de waterspiegel in een drinkglas.
En het was er stil. Doodsstil. De duisternis van die streken legde hen allen het zwijgen op. Zelfs fluisteren durfden de meesten niet meer. Het was alsof een onzichtbare macht zich aan hun geestesoog openbaarde. Niemand kon hem zien, maar ze voelden hem allemaal. Ze voelden zijn starende blik, z’n stinkende adem die hij in hun gezicht blies, en zijn in stilte gedompelde pijnkreten. Ze waren er allemaal doodsbang voor.
Sommige dreef het zelfs tot waanzin. Als eerste gingen de paarden er onder luid gekrijs vandoor. Niemand had die dieren ooit dergelijke geluiden horen maken, maar het was duidelijk dat de doodsangst voor die onzichtbare macht hen voortdreef. Ze steigerden zo wild, dat zelfs de beste ruiter uit het zadel werd geworpen, en stoven vervolgens de open vlakte op. Wonderbaarlijk genoeg wist de sterke Bast er nog één bij de teugels te grijpen. Het paard sloeg tegen de grond en jankte ononderbroken. Toen Bast het dier in de ogen keek, schrok hij echter zo dat hij vergat de teugels vast te houden. Binnen een oogwenk was het paard ervandoor.
‘Wat zag je precies?’ vroeg Melgin naderhand op fluistertoon. Er hadden zich meer mannen om hen heen verzameld, zowel nieuwsgierig naar als bang voor wat er in die paardenogen te zien was geweest.
‘Lege ogen,’ stamelde Bast rillend. ‘Alleen maar wit. Alsof ie van z’n pupillen was beroofd.’
Op de vierde dag na de oversteek sloegen er drie man spontaan op de vlucht. Ze gingen er niet stiekem in het donker vandoor, zoals de laffe huurlingen hadden gedaan. Ze schreeuwden, jammerden. Hun gekrijs was als een fortissimo in de stilte. Niemand bezat nog een paard om ze achterna te gaan. Desondanks deed Yørik een poging om ze in te halen, maar staakte die al snel onder luid gevloek.
Op nauwelijks twintig meter afstand slokte de duisternis hun verschijningen op. Luttele seconden later stopte het gekrijs abrupt. De smorende stilte keerde terug en domineerde als vanouds.
‘Steek meer toortsen aan,’ stamelde Norgan zacht. Niemand durfde het hardop te zeggen, maar iedereen zag dat de Onbevreesde plots besefte wat vrees was.
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Robin
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 2438
Lid geworden op: 17-03-2010 22:46

Bericht door Robin » 26-09-2012 12:43

"branden" -> "brandden,"
"donkerte": ach jee, dat woord bestaat nog ook!
"Het was alsof een onzichtbare macht zich aan hun geestesoog openbaarde.": het wordt steeds poëtischer... Ik vond het taalgebruik van eerdere stukjes praktischer en directer, en beter passend bij die geharde mannen.
"Niemand kon hem zien, maar ze voelden hem allemaal": hem?
"Sommige" -> "Sommigen"? Je had het eerder over "de meesten", dus dit is inconsequent. Aan de andere kant heb je het in de zin erna wel over paarden... Ik weet eigenlijk niet welke vorm je hoort te gebruiken als het zowel naar mensen als naar niet-mensen verwijst.
"jankte ononderbroken": ik weet niets van paarden, maar janken ze?
"naderhand": wanneer is naderhand hier? Door de context zou ik denken dat het direct erna gebeurde, maar het woord "naderhand" lijkt me eerder enkele minuten tot uren na de actie.

Jeej, het wordt steeds enger.
This silence was much worse than the one before, and this time no-one started clapping.

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 27-09-2012 11:23

- Over dat poëtische stukje: ben er zelf ook nog niet helemaal over uit of ik dat laat staan of vervang voor een andere stijl
- 'hem' slaat op de onzichtbare nacht. Wist niet welk ander verwijswoord ik daarvoor kon gebruiken.
- En nee, normaal gesproken janken paarden niet maar nu dus wel :P

Maar ondanks dit alles – de merkwaardige vlucht van de paarden, de gek geworden deserteurs en de immer durende duisternis – weigerde Norgan de hele onderneming af te blazen en huiswaarts te keren.
Seiko zag de opperbevelhebber dikwijls in het gezelschap van zijn broer Arnaud. Meestal overlegden ze fluisterend. Arnaud was het meeste aan het woord. Norgan schudde alleen maar z’n hoofd of snauwde kortaf iets terug.
Op de zesde dag na de oversteek over de bevroren rivier viel Arnaud in woede uit tegenover z’n broer. ‘Ga dan maar!’ schreeuwde hij kwaad. ‘Blijf maar lekker voort sjokken door dit rotland, maar zeg niet dat ik je niet gewaarschuwd heb!’
De krijgers vreesden dat hij in woede weg zou lopen, maar hij bleef staan waar hij stond. Norgan keek hem ijskoud aan, vertrok z’n mond alsof hij iets wilde zeggen, maar draaide zich toen abrupt om en liep koppig door. De rest van de krijgsmacht volgde. Seiko vroeg zich af hoelang het nog duurde voor er muit uitbrak.
Sinds de zon voor het laatst onder was gegaan, maten ze de tijd met hulp van het koperen zakhorloge van Rimmik. Ze probeerden zo goed als het kon hun gebruikelijke ritme aan te houden: dus sliepen ze tussen het tiende en het zesde uur en hielden halt rond het twaalfde uur, waarop normaal de zon het hoogst aan de hemel stond. Maar samen met Rimmik was ook hun enige middel om de tijd mee te meten verdwenen.
Het geringste gevoel voor tijd ging in de dagen erna sneller dan gedacht verloren. Op aanwijzing van Norgan hielden ze halt om te rusten of te slapen. Eerst liepen ze net zo lang, tot ze zo moe waren dat niemand nog verder kon. Maar na elk ontwaken schenen hun marsen korter te duren. De vermoeidheid hield hen voortdurend in hun greep en al sliepen ze uren aaneen, de kracht wilde niet meer in hun benen terugvloeien.
De wind was al lang gaan liggen en stak niet meer op. Het was vergeten hoeveel dagen er verstreken waren sinds ze de Maanvloed achter zich hadden gelaten, hoeveel dagen sinds ze vertrokken waren van huis. Het was vergeten waar ze vandaan kwamen, het was vergeten dat er nog andere landen waren dan deze in duisternis gehulde. Het was vergeten dat er woorden waren om mee te spreken. Het was vergeten om te lachen of te huilen.
De laatste mars had hen naar bergachtig terrein gevoerd. Niemand wist nog hoelang ze hier nu aan de voet van de berg lagen. De meesten hadden zich verstopt in hun mantels en probeerden te vergeten dat er een wereld om hen heen was. Norgan en Arnaud zaten op de grond en leunden tegen elkaars rug aan. Norgan hield de laatste toorts vast, het laatste licht. Yørik hield als enige de wacht. Op een afstandje van het kamp stond hij roerloos te kijken naar de imponerende berg, die hoog boven hen uittorende.
Seiko lag opgekruld op de grond, omgeven door de andere krijgers en vergezeld door het aapje Ryu. Melgin en Bast lagen een eindje verderop en probeerden elkaar warm te houden met hun lichaamswarmte. Hur lag aan de rand van het kamp stilletjes te snikken. Niemand zei dat hij z’n kop moest houden. Het zag er niet naar uit dat ze ooit nog op zouden staan.
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Robin
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 2438
Lid geworden op: 17-03-2010 22:46

Bericht door Robin » 29-09-2012 12:37

"muit": is een werkwoord, volgens mij is het -> "muiterij" wat je bedoelt.
"Rimmik": wie is dat? Die naam lijkt nergens anders voor te komen.

Tjoh, wat een derpi einde van het stukje. :P
This silence was much worse than the one before, and this time no-one started clapping.

Plaats reactie