De Limlichten

Post hier je langere verhalen, zie regels voor criteria (wat is lang?)
Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 08-11-2011 18:25

Melona schreef:- De eerste zestal eeuwen
> Het eerste zestal eeuwen / De eerste zes eeuwen (... worden)
Oja, oeps :]
Frank schreef:Blijft mooi beschreven, maar ik word een beetje verward door al die nieuwe namen en streken... Kan je nog een schemaatje sturen?
Wat betreft alle plaats- en streeknamen, kan ik helaas niets voor je doen. Hier thuis liggen gedetailleerde kaarten van de aarde van voor de Scheuring en van de Avidèl, hoewel die laatste wel een kaart is van de Avidèl in de Vierde Era. En ik heb een kaart van Limdoriën en omstreken (daar kom ik later nog op terug). Ik kan ze helaas niet goed inscannen omdat ze allemaal met potlood zijn getekend en dat zie je dus nauwelijks op de pc :(

Wel heb ik enkele schema's gemaakt om de verschillende volkeren uit elkaar te kunnen houden. Let wel, het zijn geen genialogieën. Ook niet alle informatie die je in de schema's vindt zijn jullie al tegen gekomen in het verhaal tot nu toe.

Schema over de Rassen
Schema over de Khazedrim
Schema over de Imla-ulf

Hoop dat dit wat verhelderend is ;)

Edit: Een korte beschrijving van het Continent (de Avidèl) en Ringdor

Ringdor: Ook wel Valarda genoemd (wat 'Om de Aarde' betekent). Een enorm land dat in een gesloten ring om de archipel van de Erdacros ligt. Het grenst aan de buitenste randen aan de Ledigheid.
In Ringdor vindt men duistere streken, waar Fangar huisde met zijn dienaren, na zijn Val na het einde van de Violath Limëlas.
Ook vindt men er de Galen-Golanti, uitgestrekte groene vlakten waar de zielen van de overledenen rondwaren. In het midden van de Galen-Golanti staat Lan-Elderil, het paleis waar Eomë en haar Kinderen wonen.

Het Continent (de Avidèl): In de Eerste Era gaan bijna de gehele Westelijke Landen van het Continent schuil onder wilde bossen, de restanten van de wouden van Esméria: het grote elfenrijk van vóór de Scheuring.
In het uiterste westen van deze Landen liggen de streken waar de Ganten zich ophouden. Meer naar het oosten treft men de Crys Galeth aan: herfstachtige wouden waar de Smogë huizen. Ten noorden van de Crys Galeth ligt het Drysmëwold, een relatief donker woud, waar dwaallichten schijnen rond te dolen.
Aan de zuidelijke kusten leven de elfen. In het westen van de zuidelijke streken hebben de Laaglandelfen zich gevestigd in El-Orduïl. Later zouden zij meer westwaarts de gouden stad Haroc Elbros bouwen. Meer naar het oosten ligt het woud waarin het rijk Valiulf is gesticht, waar de Valiulf wonen. Haar hoofdstad is Nasciliath, ook wel Eleth-Ezym genoemd, wat Witte Bloem betekent. Ook vindt men in Valiulf de mijnen van de dwerg Helmer: de Hamergond.
Zou men nog verder oostwaarts reizen langs de zuidelijke kusten, dan dient men uiteindelijk een baai over te varen waarna men in het uitgestrekte woud van Valithien komt. In dit woud liggen steden als Vialora, de hoofdstad van Valithien, Drimyë Val en Rodysë.
Gaat men nu in een rechte lijn noordwaarts dan komt men eerst in de laaglanden uit van Valithien en daarna in de elfenlanden die de Limdoriën worden genoemd. In deze landen ligt een van de rijkste steden op het Continent: Eleth-Nolgoth. Andere streken in de Limdoriën zijn Luïn Imdred, Farlost, Starduïn, Tol Issiliën, Luneheim en de deltalanden die de Limdris heten. De Limdoriën kenmerken zich doordat de steden in deze landen immer verlicht worden door enorme lampen, die hun felle lichtgloed over het hele Continent uitzenden. Hier wonen de halfelfen, die men Ingèllim noemt.
In het noorden grenzen aan de Limdoriën relatief onbekende landen die in de volksmond aangeduid worden met Eldernisse en de Wildernis, of Wilderland.
De hierboven beschreven rijken Valithien en Limdoriën maken deel uit van de Oostelijke Landen. Zij liggen immers ten oosten van een hoge bergketen, de Nevèlad (of Nevèlath) die de Westelijke van de Oostelijke Landen scheidt.
In de Nevèlad hebben de dwergen zich gevestigd en hebben hier hun stad Kazeth-mar gebouwd en de Zalen van Holothrim. Na de strijd tussen Agochim en Borochim om de Diamanten van Dilochim, heeft een deel van het dwergenvolk, de Borochim, Kazeth-mar verlaten. Zij trokken westwaarts Eldernisse in en vestigden zich in de Paladeo Archulas, waar zij hun stad Borolanth bouwden.
Naast Eldernisse is er nog een land dat deel uitmaakt van de Noordelijke Landen. Dit is het slapende Skarland, een donker land waar de Anggrim huizen en later ook al het andere duistere gebroed wat voort is gekomen uit Fangar.
Let wel, dat zowel de Westelijke als de Oostelijke Landen na de Eerste Era drastisch veranderen.
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 09-11-2011 17:53

Volgende stukje dan maar:

In de jaren die volgden won Zwart, die door de overige Delgolant argwanend werd aangekeken, aan vertrouwen bij Eomë. En hoe schijnbaar gebroken hij eens in Lan-Elderil aankwam, hoe krachtig hij door de jaren heen was geworden. Als enige in de Galen-Golanti bezat hij over een lichaam. Hij had de machtige gelaatstrekken van zijn geestesvorm, die eens in Ezö had geleefd. Dit was echter allemaal illusie, waarachter zijn ware gelaat schuilging: een afzichtelijk, verdorven schepsel, doordrenkt van duisternis.
Maar Eomë zag enkel de illusie en ze vertrouwde Zwart, verblind door zijn misleidende woorden. En steeds meer dagen bracht zij door met de gevallen Delgolad en gedurende die tijd, wist Zwart haar langzaam maar zeker in een betovering te brengen. Een betovering, waarin zij de andere Delgolant begon te wantrouwen en enkel nog naar hem luisterde. En zo slaagde Fangars opzet, want Eomës gebruikelijke wakende blik gleed van de Erdacros af, opdat hij zich weer in de sterfelijke landen kon vertonen.
Fangars blik viel algauw op de Avidèl. Hij was namelijk opzoek naar Valiant, die hem verminkt had, en was uit op wraak. Het was zijn brandende verlangen om Valiant te doden en zijn Eboriant af te pakken om vervolgens Brisewë en Valandë op te roepen en zo hun dragers, de Dieven van Relegost, te kunnen vinden en doden.
Het kwam Fangar ter ore dat Valiant koning was geworden van het nieuwe elfenrijk Valiulf op de Avidèl. En dus reisde hij af naar de Avidèl om zich opnieuw als Heerser aan de Ganten aldaar te tonen. Vervolgens verenigde hij hen en hij maakte van hen opnieuw een gevaarlijk leger. Maar door de tand des tijds waren hun bijlen bot geworden en hun harnassen gedeukt. Daarom had Fangar de smeedkunst van de Dwergen nodig, maar de Khazedrim waren onvindbaar voor hem.
Nu was het echter zo dat er één dwerg was onder het gevolg van Helmer van de Hamergond, de Laatste der Borochim, die wraak wilde op de Agochim en de vernietiging wenste van Kazeth-mar en de Zalen van Holothrim in de Nevèlad. Daarom ging hij niet mee met Helmer naar Valiulf maar splitste zich met nog enkele andere lotgenoten van het reisgezelschap af en trok westwaarts, opzoek naar de Ganten om bij hen zijn heil te zoeken. Zijn naam was Radior en hij was van plan met hulp van de Ganten de Agochim uit te roeien. Hij zou hen de weg naar Kazeth-mar wijzen.
Fangar was als vanzelfsprekend verheugd een kleine dwergenstam aan te treffen in de wouden der Ganten. Dit waren uiteraard de afstammelingen van Radior, de Nethorchim genoemd, wat Overlopers betekent. En de Nethorchim wilden maar al te graag nieuwe bijlen en harnassen voor de Ganten maken, want Fangar beloofde hen dat hij zijn Legers als eerste op de Agochim zou afsturen en hen tot de laatste dwerg zou uitroeien.
Onder leiding van Fangar werd tevens de stad Gant-mar gebouwd, Stad der Ganten, in het noordwesten van het continent. Maar later, toen Fangar zich openlijk op de Avidèl begon te vertonen, werd deze stad Fangglath genoemd, Daar Waar Fangar Huist.
In de jaren die volgden begonnen de Ganten meer nederzettingen te bouwen, verspreid over de hele westelijke kuststreek en laaglanden. Langzaamaan begon uit de smeulende resten van het tentenkamp uit de Violath Limëlas een goed georganiseerd rijk te verrijzen, dat de naam Ganthiliën droeg.
De Elfen van El-Orduïl waren in die jaren nog meer naar het westen getrokken, waar zij de gouden stad Haroc Elbros bouwden en de Zuiltoren en de Zalen in de Zwarte Rots. Fangar was van plan om de invasie op de verenigde koninkrijken der Elfen bij Haroc Elbros te laten beginnen en vandaar steeds verder naar het oosten op te trekken.
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Melona
Admin
Admin
Berichten: 2311
Lid geworden op: 15-11-2009 22:38

Bericht door Melona » 09-11-2011 19:05

- de smeulende resten van het tentenkamp uit de Violath Limëlas
> was dat niet al vrij lang geleden? vind het een beetje raar dat je dan 'smeulende' gebruikt..

- en vandaar steeds verder naar het oosten op te trekken.
> 'vandaar' klopt wel, maar ik vind t ergens een beetje raar.. misschien 'daarvandaan' of 'vanuit daar' ofzo? maar kan aan mij liggen!

verder geen opmerkingen!
I became insane, with long intervals of horrible sanity.

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 09-11-2011 20:06

Melona schreef:- de smeulende resten van het tentenkamp uit de Violath Limëlas
> was dat niet al vrij lang geleden? vind het een beetje raar dat je dan 'smeulende' gebruikt..
Dat 'smeulende' was meer symbolisch bedoeld, in de zin van: als het kwaad van de Ganten symbool staat voor een brandend vuur, dan is dat vuur na de Violath Limëlas nooit helemaal geblust, maar smeult nog altijd na tot het weer aangewakkerd wordt. Maar misschien bleek dat niet helemaal uit de tekst.
Melona schreef:- en vandaar steeds verder naar het oosten op te trekken.
> 'vandaar' klopt wel, maar ik vind t ergens een beetje raar.. misschien 'daarvandaan' of 'vanuit daar' ofzo? maar kan aan mij liggen!
Ja heb je wel gelijk in, zal het inderdaad vervangen voor een van de suggesties die je noemde, thanx ;)
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 10-11-2011 13:07

Toch begon de eerste grote oorlog van de Eerste Era op de Avidèl niet in het uiterste westen, maar juist duizenden mijlen oostwaarts, in de wouden van Valithien.
Lunorir, sinds het begin de elfenvorst van Valithien, had een zoon die de naam Lauririor droeg. Aanvankelijk was hij voorbestemd zijn vader op te volgen en de vorst van het Rijk in het Oosten te worden. Maar Lunorir kende zijn zoon goed en wist dat zich achter zijn volmaakte gezicht een snood en sinister brein verborg. In de Violath Limëlas was Lauririor gevangen genomen door Fangar en was in Bar-Urúkil opgesloten. Men zegt dat duisternis daar zijn geest heeft verdoven. De Elfen die Relegost van Fangar wisten te stelen, hadden Lauririor bevrijdt, maar hij was nooit meer de oude geworden. Het schijnt zelfs dat hij bezeten is door Fangar, die hem gebruikt om het elfenvolk van binnenuit te vernietigen.
Maar Lunorir, die ondanks alles altijd van zijn zoon is blijven houden, kon het niet over zijn hart verkrijgen hem te doden. In plaats daarvan, liet hij, met pijn in zijn hart, Lauririor opsluiten in de diepste kerkers van Vialora. In een donkere nacht, waarin de heilige maan zich niet toonde en een woeste storm over het elfenrijk raasde, reisden enkele Ruiters van Zwart af naar Valithien. Gehuld in mantels van duisternis, wisten zij door te breken tot in de verdorven kerkers en bevrijdden Lauririor van zijn ketens.
Lauririor trok naar het zuiden waar hij nog meer tot het kwaad verviel. Altijd was hij omringd door Zwarts Ruiters, die hem continu tot kwade daden aan probeerden te zetten en informatie uit hem los trachtten te krijgen over de steden der Elfen, waarvan vele diep in de wouden verborgen waren, en hun locatie. Onder het duistere gezelschap was ook één Singolad, een gevallen Singolad die in de Violath Limëlas naar Fangars kant was overgelopen. De Singolant bezaten niet over een Haelo, maar wel waren zij door Elutharion bevoorrecht met een hoop macht en toverkracht.
Lauririor werd in de jaren dat hij onderdook met de Ruiters van Zwart steeds sterker en langzaamaan ontvouwde hij zich tot de leider van het gezelschap. En uit zijn snode brein vloeiden vele kwade ideeën de wereld in, die de gevallen Singolad met veel interesse aanhoorde. Diens naam was Grimhold, maar eens heette hij Islanëor. Die naam had hij echter vervloekt en hij had Elutharion vervloekt, net als Fangar dat had gedaan, en de enige vorst die hij nog aanbad was Fangar.
Lauririor vertelde Grimhold over zijn ideeën over een monster dat de Elfen schrik aan moest jagen. En Grimhold maakte het monster en hij noemde het de Angkil.
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Frank
Member
Member
Berichten: 90
Lid geworden op: 23-09-2010 19:09

Bericht door Frank » 10-11-2011 17:52

"Heeft verdoven" --> Heeft verdoofd.
Ondanks dat is het wederom best wel mooi geschreven :P
"But afterwards I fancied one might find a wealth of life even in a prison."

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 10-11-2011 18:39

Ah wacht, daar mist een 'r', dus dat moet zijn 'heeft verdorven', thanx ;)
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 11-11-2011 17:26

De overige Singolant, die Eomë en Elutharion nog wel trouw waren, zwierven in die jaren over de Erdacros. Een van hen was Melguïn en het kwam hem ter ore dat Lauririor uit de kerkers van Vialora was ontsnapt. Onmiddellijk vreesde hij al voor de Ruiters van Zwart, die hem zonder meer geholpen moesten hebben bij zijn ontsnapping. Melguïn besloot op zoek te gaan naar Lauririor en hem naar Vialora terug te brengen, waar Lunorir moest beslissen wat er met hem zou gebeuren.
Zo kwam het dat Melguïn na vele jaren eindelijk op het spoor kwam van Lauririor en hij vond hem op het moment dat Grimhold de Angkil uit een berg kadavers liet verrijzen. Als in een reflex vuurde Melguïn een betovering op de Angkil af die hem met enorme kracht wegsmeet, ergens diep in het woud, vele mijlen verderop. Vervolgens verzegelde de goede Singolad het monster in een boom, ironisch genoeg een laurier. Maar dit kostte Melguïn dermate veel krachten dat hij uitgeput tegenover Grimhold kwam te staan, die hem met zijn toverkracht vervolgens zonder genade doodde.
Grimhold ging wanhopig opzoek naar de desbetreffende boom, maar zou hem nimmer vinden. Toen schreeuwde de gevallen Singolad kwaad: ‘Vervloekt zijn de Elfen, Melguïn. Zij zelf zullen hun noodlot over zich uitspreken! De Elfen zelf zullen de Angkil uit de boom bevrijden!’
En dat noodlot kwam. Op een dag, vele jaren later, toen de bevolking van Valithien zich reeds over meerdere concentraties in het woud had verspreid waaronder de gebieden in het zuiden, trokken Lunorir en zijn meest naaste familie het woud in om er een dag in vrede en vreugde door te brengen. Dit was vlakbij de stad Drimyë Val, waar hij een tweede paleis bezat. Na het noenmaal, toen de avond al rood begon te kleuren, en zij bijna naar de stad terug zouden keren, liet Lunorir zijn kinderen nog wat spelen tussen de bomen, opdat hij nog wat tijd met zijn vrouw alleen kon besteden. Buiten hun gezichtsveld speelden zijn jongste kinderen, het meisje Eladrid en zijn jongste zoon Davidor, net vijf lentes oud. Zij speelden verstoppetje en terwijl Eladrid tot honderd telde, zocht Davidor een geschikte plaats om zich voor Eladrids scherpe blik te verstoppen. Hij dwaalde echter steeds verder het woud in, want de bomen waren hier veel dunner dan in Vialora en hij kon zich er nauwelijks achter verstoppen. Tenslotte vond hij een dikke, oude laurierboom met een merkwaardige stam. Vaag in de verte hoorde hij de laatste tellen nabij honderd, maar hij bleef staan om de vormen in het hout nader te bestuderen. Toen meende hij een verwrongen gezicht in de stam te herkennen, maar hij was te jong om onheil te ruiken. Voorzichtig strekte hij zijn vinger naar het gezicht uit en raakte het op het voorhoofd aan, trachtende de levensvorm die in de boom was opgesloten uit zijn slaap te wekken.
Op dat moment spleet de hemel open en een rollende donder weerklonk op de voorheen zo mooie zomermiddag. Regensluiers vielen over de aarde heen en Lunorir maakte zich haastig op te vertrekken. Maar Davidor was bij de aanraking in de boom gevangen genomen en had in zijn onwetendheid de Angkil van Lauririor, zijn oudste broer, bevrijdt. Bij het horen van de donder vluchtte het beest, op vier poten rennend, en verdween in het duister, maar er was een glimp van hem opgevangen door het meisje. Toen kwam Eladrid bij de grote laurier aan en zij zag het wanhopige gezicht van Davidor en fluisterde: ‘Ik heb je gevonden, maar toch ben je zo ver weg…’ Lunorir en zijn vrouw en overige kinderen kwamen weldra bij de boom aan en zij aanschouwden het noodlot van Davidor. Vanaf toen werd de laurier de Boom van Davidor genoemd en het schijnt dat hij nog altijd in de stam is opgesloten, maar nu is hij oud en wijs.
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Robin
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 2438
Lid geworden op: 17-03-2010 22:46

Bericht door Robin » 11-11-2011 18:02

"Melguïn besloot op zoek te gaan naar Lauririor en hem naar Vialora terug te brengen, waar Lunorir moest beslissen wat er met hem zou gebeuren.": ik zou deze opsplitsen in twee zinnen, ook omdat je halverwege een andere persoonsvorm krijgt.
"op de Angkil af die hem" -> "op de Angkil af, die hem"?
"ironisch genoeg een laurier": waarom is dat ironisch?
"Zij speelden verstoppetje en terwijl Eladrid tot honderd telde": hoe je telkens switcht tussen het hele kleine en het epische vind ik een beetje vreemd, maar misschien hebben anderen dat niet.
"noodlot": volgens mij is dat hier niet het juiste woord, maar ik zou zo niet weten wat beter is.
"maar nu is hij oud en wijs": hoezo? Als hij de hele tijd in een boom opgesloten heeft gezeten, hoe heeft hij dan wijsheid vergaard? Zou het het niet logischer (en een beetje creepy) zijn als hij eeuwig een kind is gebleven, misschien op donkere nachten wel huilend om zijn moeder of zo?

Verder heb ik nog steeds moeite om alle namen uit elkaar te houden, maar misschien gaat dat naarmate het verhaal verder gaat wel beter.
This silence was much worse than the one before, and this time no-one started clapping.

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 11-11-2011 18:22

Robin schreef: "ironisch genoeg een laurier": waarom is dat ironisch?
Omdat de Angkil een vondst is van Lauririor (wat 'Laurierblad' betekent). Of maakt het dat nog steeds niet ironisch?
Robin schreef:"Zij speelden verstoppetje en terwijl Eladrid tot honderd telde": hoe je telkens switcht tussen het hele kleine en het epische vind ik een beetje vreemd, maar misschien hebben anderen dat niet.
Dat komt een beetje omdat dit maar een soort synopsis is. Later wil ik het uitbreiden tot langere verhalen. Maar dit had ik al in m'n hoofd en daarom heb ik het erbij gezet. Staat misschien inderdaad een beetje raar ja.
Robin schreef:"noodlot": volgens mij is dat hier niet het juiste woord, maar ik zou zo niet weten wat beter is.
Hm, ik vind 'noodlot' wel oké. Misschien 'onheil' dan?
Robin schreef:"maar nu is hij oud en wijs": hoezo? Als hij de hele tijd in een boom opgesloten heeft gezeten, hoe heeft hij dan wijsheid vergaard? Zou het het niet logischer (en een beetje creepy) zijn als hij eeuwig een kind is gebleven, misschien op donkere nachten wel huilend om zijn moeder of zo?
Daar heb je zeker een punt. Nice suggestie, ga ik gebruiken, thanx.
Robin schreef:Verder heb ik nog steeds moeite om alle namen uit elkaar te houden, maar misschien gaat dat naarmate het verhaal verder gaat wel beter.
Ik hoop het ;) Snap dat het allemaal ingewikkeld is. In het uitgebreide verhaal dat ik dus later ga schrijven, is het aantal namen dus ook verspreid over meer tekst.
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Plaats reactie