Lotte's 3 thema's

Hier staan de contests en inzendingen die al voorbij zijn.
Plaats reactie
Melona
Admin
Admin
Berichten: 2311
Lid geworden op: 15-11-2009 22:38

Lotte's 3 thema's

Bericht door Melona » 26-02-2010 00:06

Ik heb mijn eerste verhaaltje af (zie volgende bericht) dus bij deze open ik m'n topic ^^
Thema 1: Yperiet (1134 woorden)
Thema 2: Ongemak (638 woorden)
Thema 3: Wanten (433 woorden)
I became insane, with long intervals of horrible sanity.

Melona
Admin
Admin
Berichten: 2311
Lid geworden op: 15-11-2009 22:38

Bericht door Melona » 26-02-2010 00:08

Met dit verhaal heb ik geprobeerd net iets anders te schrijven dan ik normaal doe in een kort verhaal (grootste verschil: 3e persoon ipv ik-vorm wat ik meestal doe bij korte), en over het algemeen ben ik er wel tevreden mee. Misschien maak ik er ooit wel een langer verhaal van als ik wat meer ideeën voor het plot heb :]

1. Yperiet
Een schijnbaar onschadelijke bruine wolk gleed langzaam over de laatste heuvels van de Ardennen in de richting van het bataljon waarin Guillaume Chevalier was geplaatst. De scherpe mosterdgeur onderbrak het kaartspel waar hij en drie andere soldaten mee bezig waren. Geen vrienden, vrienden had je niet in het loopgraf. De soldaten met wie je je tijd doorbracht waren er toch altijd maar voor korte tijd, en dan kwamen er weer anderen – soms door overplaatsing of ziekte, maar vooral door de dood die steeds weer zijn intrede deed. Wel waren het altijd weer opmerkelijke gevallen, zoals Jacques Durand. Eigenlijk was Durand nog een jongen, net zeventien jaar, maar vastbesloten minstens drie Duitsers een kogel door de kop te jagen.
Een paar weken van tevoren had het bataljon bericht gehad van een soortgelijke wolk, maar de communicatie verliep slecht. Dat het gas was, was zeker, net als de aanval die de Duitsers een paar jaar eerder hadden gedaan met chloor. Maar de gevolgen waren niet bekend, enkele soldaten hadden wat rode plekken gekregen maar verder was er niets gebeurd – anders dan bij chloor. Dat dit geen chloorgas was kon je duidelijk zien aan de angstaanjagende wolk die zich sterk aftekende tegen de verder helderblauwe lucht.
Guillaume stond op om beter over de rand te kunnen zien, geen Duitser te bekennen. Toch knoopte hij snel zijn donkerblauwe jas dicht over het witte hemd dat hij droeg. Daarna rende hij, met door de modder en vochtigheid pijnlijk gezwollen voeten, door de smalle gangen van het loopgraf naar de post van de luitenant. Hijgend kwam hij daarna tot stilstand om tot de ontdekking te komen dat enkele anderen ook de melding waren komen geven.
“Grote bruine wolk, ik weet het, ik weet het,” mompelde de man, die zeker twee keer de leeftijd en twee keer de ervaring had van de jongens, terwijl hij een bedenkelijk gezicht trok. Eén dag eerder had hij bericht ontvangen van de schade die toch was toegebracht door het gas. Het had pas na een volle dag zijn echte werking laten zien. Twijfelend liep de luitenant rondjes in zijn tent, wat niet meer doel had dan enige bescherming tegen de regen en als idee van zijn status. Hij kon het ze vertellen – of niet. Terugtrekken uit de loopgraven was nu te laat, maar vertellen over de komende ramp kon een enorme paniek laten ontstaan. Muiterij en plunderingen zouden daar zeker onderdeel van zijn, met de kleine rantsoenen waarmee het bataljon te kampen had. Uiteindelijk richtte hij zijn hoofd op. De met modder besmeurde soldaten keken hem hoopvol aan. “Heeft iedereen gasmaskers?” was het enige wat hij vroeg, waarna hij zich terugtrok in de tent om dat van hemzelf te zoeken.
Met een schok kwam Guillaume tot de ontdekking dat hij in zijn haast alles was vergeten: zijn gasmasker, zijn geweer, zijn waterfles en zelfs de pet die verplicht onderdeel was van het uniform. Terwijl zijn gezicht rood aanliep, iets wat niet echt geschikt was voor dit moment, keerde hij zich om. De andere soldaten vertrokken meteen richting hun deel van het loopgraf om anderen te waarschuwen. Ook Guillaume zette zijn gezicht weer strak en rende terug naar zijn spullen. Ondertussen schreeuwde hij tegen de enkele honderden die hij tegenkwam hun gasmaskers te pakken en sloeg op de randen van de gangen om de rest wakker te maken. Vermoeid kwamen de soldaten uit hun ‘bed’, wat gewoon een gat in de muur was, gekropen en enkelen gaven Guillaume een boze blik door het in hun gezicht gevallen zand of modder. De uitrustingloze jongen gaf echter geen notitie aan dit feit en snelde terug naar de plek waar zijn spullen lagen. Daar aangekomen merkte hij echter dat zijn kaartende collega’s al waren verdwenen, evenals zijn spullen. De laatste gangen waren leeg geweest, de mannen gevlucht voor de dreiging die nu boven hun hoofd hing maar zijn duidelijke kleur was verloren. De geur maakte echter dat ademen bijna onmogelijk was, dus Guillaume hield zijn mauw voor zijn mond toen hij, via een andere weg om meer mensen te kunnen waarschuwen, weer terugging richting het einde van de loopgraven. Hoewel het schaamrood ondertussen van zijn gezicht was verdwenen begonnen er weer rode plekken op zijn gezicht te ontstaan, die heet aanvoelden en jeukten. Het was nu ongeveer een uur geleden sinds ze de wolk voor het eerst hadden gezien, en Guillaume kon niet ontsnappen omdat hij op deze manier juist met het gas mee rende – maar aan de andere zijden waren geen uitgangen. Uitgeput liep hij de laatste meters van het graf, waar enkele andere soldaten hem opvingen en naar de ziekenboeg, die een eind uit het graf lag, brachten. Voor hij kon opmerken dat zijn ogen brandden en hij misselijk was werd hem barbital, een slaapmiddel, toegediend. Terwijl hij wegzakte hoorde hij de velddokters geschokt praten over de rode vlekken die ze bij de vele soldaten hadden aangetroffen op verschillende plekken op het lichaam.

De volgende ochtend werd Guillaume gewekt door een vurig brandende pijn in zijn gezicht. Hij slaakte een schreeuw toen hij zijn ogen probeerde te openen en daarmee niets kon onderscheiden; het enige wat hij zag was een lichte vlek op de plek die normaal het midden van zijn zicht zou zijn geweest. Pas op dat moment ontdekte hij het geluid van de vele anderen die tevens in paniek waren. Huilende, hoestende en schreeuwende mensen waren overal om hem heen. Enkele uitroepen waren duidelijk te onderscheiden, maar het meeste klonk alleen als gejammer en angst.
“Mijn gezicht!”
“Mijn armen!”
“Help me alsjeblieft!”
“Ik krijg geen adem!”
Guillaume keek verschrikt om zich heen, waarbij de vlek soms wat van kleur veranderde, maar er was alsnog niets te onderscheiden. Toen ook hij zijn handen in een flits naar zijn gezicht bracht voelde hij de ontstane blaren waar pus uitliep. Het eerste wat op dat moment door Guillaume’s hoofd schoot was de opluchting dat hij dit niet zou hoeven zien, dat God hem dat had bespaard. Daarvoor bedankte hij hem dan ook hardop.
Kort daarna hoorde hij wat gekreun en een stem die erg kortbij was: “Che- Chevalier…”
“Durand? Ben jij dat? Wat gebeurt er?”
Een korte stilte was gevallen toen Guillaume had geantwoord. Daarna verbrak hij die stilte zelf met een enorme hoestbui.
“Durand? Ben je daar nog? Ik… Ik begrijp het niet. Alsjeblieft, ik…”
“Je ziet er slecht uit.”

Jaren later zou Durand met trots vertellen hoe hij Guillaume door zijn laatste dagen had geholpen door te blijven praten, hoop te geven en hem in te lichten over de gebeurtenissen in en om de ziekenboeg. Guillaume’s laatste woorden, enkele dagen voordat hij stierf aan longoedeem, waren een dank geweest aan de zorg die Durand voor hem had ondanks zijn eigen – minder gevaarlijke – verwondingen. Durand zou echter zelden praten over de vijf Duitsers die hij had vermoord.
I became insane, with long intervals of horrible sanity.

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 26-02-2010 19:16

Een geduchte tegenstander zie ik wel :D

Mag ik commentaar geven of hoort dat niet bij een contest :P ?

Ik doe het toch :P Ik vind het knap hoe je in zo weinig woorden een kort en krachtig verhaal kunt neerzetten. Ik zou dat echt nooit kunnen :o . Vooral de terugspeling naar een eerder gegeven in de tekst op het laatst vond ik erg mooi, en zo zet je ook een punt achter je verhaal waardoor ik als lezer nog even naar mn pc blijf staren en geniet van zo'n geniaal trucje :P (Eigenlijk was Durand nog een jongen, net zeventien jaar, maar vastbesloten minstens drie Duitsers een kogel door de kop te jagen en dan op het eind: Durand zou echter zelden praten over de vijf Duitsers die hij had vermoord.)

De sfeer die je beschrijft komt goed over en als lezer merk je dat er een deskundig schrijver te werk is geweest (o.a. door specifieke dingetjes als 'barbital' en longoedeem'). Ik vraag me af of militairen tenten in de loopgraven opzetten, maar afgezien daarvan klopt het helemaal denk ik.
Toch is dit wel het stereotype beeld dat altijd van de Eerste Wereldoorlog wordt gegeven en als het niet zo zou zijn is het natuurlijk niet interessant om te lezen :P Gewoon als extra informatie: http://www.wereldoorlog1418.nl/loopgrav ... aaf-09.htm voor een aangepastere beeldvorming (dit wist ik ook nog niet voordat ik even googlede hoor :P).

Kortom: Mooi en spannend verhaal :)
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Melona
Admin
Admin
Berichten: 2311
Lid geworden op: 15-11-2009 22:38

Bericht door Melona » 02-03-2010 15:28

^ nog bedankt voor je reactie :]

Ik heb nu een tweede verhaal geschreven, het is kort maar ik ben er alsnog tevreden mee.
Dit verhaal is gedeeltelijk waargebeurd, hoewel je er niets van moet geloven aangezien het grootste deel fictie is :p

2. Ongemak

Verzopen in de vijver

Met een raar gevoel in mijn buik staar ik naar de andere kant van het water. De vijver op mijn school is zo’n vijver waar je in vijf minuten een rondje omheen loopt, en daarna ben je tevreden met de tijd die je hebt verspild in de pauze. Op de meeste dagen van het jaar zijn er honderden mensen aanwezig, scholieren, leraren en mensen die in de buurt wonen. De zonnige zomerdagen zijn het mooist, een paradijs. Een man die ijs verkoopt draait zijn beste dagen als wij op de glooiing van het groene gras liggen en te laat in de lessen verschijnen. In de winter staat het ijs vol met schaatsende leerlingen die vele rondjes zullen blijven draaien, ook na dit moment. Morgen zullen ze weer gaan liggen en de ijscoman zal weer ijs verkopen, de zomer van ’82 was de mooiste sinds jaren.
Aan de overkant is een gele plastic band om het gebied gespannen. Op de kade staat een vrouw te praten met een politieman, die ondanks haar duidelijke verdriet – haar schouders schokken – notities blijft maken. Enkele mannen in duikerskostuum zwemmen voorzichtig door het diepe water naar het drijvende lijk wat voor in het hoge riet verstopt is. Ik kan me hun gezichten voorstellen: gruwend maar gehaast, zij willen klaar zijn voor de avond valt. Wat anderen leggen een witte zak klaar. De sirenes van de verschillende auto’s die grove strepen in het gras achterlieten klinken niet meer, al laten de zwaailichten nog steeds in een snel ritme hun felblauwe kleur zien. Terwijl de mannen in het water zichzelf door het riet bewegen draait een van hen zich om. Een begrijpelijke reactie bij het zien van een opgezwollen en bijna paars lichaam. Zijn twijfelende bewegingen zorgen er uiteindelijk voor dat hij toch terugzwemt. Op dat moment verdwijnt de rest van de mannen uit het zicht waarna ze bij de plastic tas, die bij nader inzien het witte shirt van de dode man blijkt te zijn, weer terugkomen. Een misselijk gevoel komt bij me omhoog en ik sla mijn ogen neer terwijl de mannen verwoed proberen het lijk uit het riet te trekken.
Misschien sta ik hier al uren als een klein kind te staren. Mijn bijlesleraar kwam een tijdje geleden bij me. Hij legde, om de aandacht te trekken, een hand op mijn schouder met de woorden dat ik naar huis moest gaan. Nu staan we hier al tijden samen te kijken naar iets waar wij niets mee te maken hebben. In de stilte hoor ik het mechanisme van zijn horloge zacht tikken. Het hopeloze gevoel wat zegt dat je moet kijken, al wil je dat niet, blijft aan me knagen. Als ik mijn hoofd weer opricht zwemmen de mannen terug naar de kade terwijl ze de man met zich mee nemen. Eén houdt zijn witte shirt vast, een ander zijn witte broek en een laatste duwt zacht tegen zijn rug. Door zijn kleding is het me meteen duidelijk dat het om een psychiatrisch patiënt gaat, onze school ligt naast die afdeling van het ziekenhuis. Waarschijnlijk dus een geval van al dan niet bedoelde zelfmoord. Waar ik nu meer van stond te kijken was dat hij ontsnapt was, de psychiatrische afdeling was gesloten. Van tijd tot tijd mochten de patiënten naar buiten om op de binnenplaats te luchten, maar dan was er altijd een redelijke hoeveelheid bewaking bij. Meteen nadat ik dit dacht schoot er weer een lastig gevoel binnen dat ik mensen beoordeelde op hun uiterlijk. Ik had meteen geconcludeerd dat het een gek moet zijn geweest, terwijl velen waren opgenomen om andere redenen. Ik had zelfs een soort familie die er was opgenomen, de vader van mijn tante. Haar man is de broer van mijn moeder, en mijn tante…
Met een schok richt ik mijn blik op de vrouw – het was mijn tante.
I became insane, with long intervals of horrible sanity.

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 02-03-2010 16:55

Deze doet niet onder in zwaarte dan je eerste verhaal :o Ernstige graad van ongemak, kort en met een krachtige afsluiting! Dan blijf je toch even achter je laptop zitten en kijken: staat dat er echt :o
Ik ben zelf heel slecht in afsluiters die je lezer nog even in de greep van je verhaal kunnen houden, maar deze is echt heel goed.

Mijn tweede verhaal zal nog wel even op zich laten wachten. Deze week heb ik in elk geval erg weinig tijd, misschien vind ik nog wat tijd in het weekend.
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Melona
Admin
Admin
Berichten: 2311
Lid geworden op: 15-11-2009 22:38

Bericht door Melona » 20-03-2010 13:54

niet lang, maar dat vond ik ook niet nodig

3. Wanten

Winter

Terwijl de kou zijn intrede doet zit ik zoals altijd met opgetrokken knieën op een van de groene bankjes in het park. In het licht van de maan en een ouderwetse lantaarn luister ik naar het geluid van het ijs dat op de vijver drijft. Krakende en scheurende barsten, in de verte blaft een hond.
Sneeuwvlokjes dwarrelen vredig naar de aarde. Ik schuil in de jas die ik gisteren vond, hij riekt naar de dood van de man die erin lag. Geen warmte, wel bescherming. De man heb ik omgerold en wat opzij geduwd, zo lag hij met zijn gezicht naar de grijze wolken die de sterren als een wollen deken bedekken. Vandaag was hij weg.
Tevreden glimlachend hou ik mijn tenen warm door over mijn versleten schoenen te wrijven. De rust van een park bij nacht is heerlijk. De zachte wind zorgt dat de takken ritselend tegen elkaar bewegen. Het enige wat ik mis is het geluid van de fontein, die tijdens de andere seizoenen constant zijn water laat sproeien en neerkomen in een waas van verfrissende mist – die overigens niet nodig is nu.
Mijn vingers zijn koud, rood, trillend. Eén van mijn nagels is onlangs losgeraakt, de overgebleven plek ziet donkerblauw. Voor een moment wrijf ik mijn handen tegen elkaar, waardoor mijn voeten meteen weer koud worden. Daarom breng ik mijn handen weer terug naar de oude schoenen, liever één koud dan allebei een beetje, en dan hou ik het liefst mijn voeten warm. Lopen heeft voor mij meer belang dan dingen vast kunnen houden, op dit moment althans. Mijn voetstappen zijn door de nieuwe sneeuw echter al niet meer zichtbaar, al heb ik een moment getwijfeld om een warmere plek te zoeken.

Met een snelle tred loopt een vrouw in bontjas me voorbij, waardoor ik op kijk. Ondertussen schenkt ze me een blik waaruit het woord ‘zwerver’ duidelijk af te lezen is. Geschrokken, maar oordelend. Ik geef haar verder geen aandacht; ik schud mijn hoofd snel heen en weer om de sneeuw er af te werpen en zak weer terug de jas in. Gelukkig waait het niet hard. Wat meer mensen lopen voorbij, op weg naar huis of terwijl ze hun hond voor de laatste keer vandaag uitlaten. Ik blijf rustig zitten.
Wat later is de vrouw met de bontjas daar weer. Verbaasd kijk ik op als ik hetzelfde ritme van ademhaling hoor. Ze staart me ietwat gegeneerd aan, alsof ze me niet in het gezicht durft aan te kijken. Haar blik dwaalt direct af naar mijn handen.
“Hier.” In haar uitgestoken rechterhand heeft ze twee wanten. “Lust je soep?”
I became insane, with long intervals of horrible sanity.

Robin
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 2438
Lid geworden op: 17-03-2010 22:46

Bericht door Robin » 20-03-2010 14:04

Mooi. Weer een verschrikkelijk ... wat is het precies ... afschrikwekkend(?) begin. En vooral de wending aan het eind was :up:.
This silence was much worse than the one before, and this time no-one started clapping.

Daniël
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 3711
Lid geworden op: 21-02-2010 23:08

Bericht door Daniël » 20-03-2010 14:09

Zo geschreven dat ik het me het beeld van dat park precies kan voorstellen. Klein maar zeker fijn. ^^
Hoe de Wereld Scheurde en Wat Erna Gebeurde Verhalen uit de oudste tijden

Daria
Platinum Member
Platinum Member
Berichten: 2508
Lid geworden op: 17-03-2010 17:14

Bericht door Daria » 31-03-2010 15:23

Heb ze zojuist alle 3 gelezen..

1 is.. Hoe zeg je dat.. Ik weet niet (het is in ieder geval positief).. Vind vooral de laatste paar regels goed.

2. Mooi verhaal. Ik denk dat ik dit de mooiste van de 3 vind. Het is meeslepend. Ik kan me precies voorstellen hoe ik daar bij zo'n vijvertje zou staan en als je dat dan allemaal ziet.

3. Deze vind ik ook erg mooi.

Plaats reactie